Overdenkingen
Uit de PLG-werkgroep (13 mei 2016)
Leendert-Jan
Waar wij behoefte aan hebben (overzicht van kennis en ervaring over PLG’s en een paar heldere definities) is al opgeschreven door een kenniscentrum van Windesheim, waarin een aantal lectoren (o.a. Hanno van Keulen) en onderzoekers samenwerken. Ik heb die notitie gekregen van collega Ton Zondervan. Jullie begrijpen dat ik die niet zo door kan sturen aan anderen. Volgens mij kan het oude plan om een bijeenkomst te beleggen met een aantal experts een goede oplossing zijn voor de situatie waarin wij nu zitten. Misschien is een samenwerking met Windesheim op dit onderwerp wel een optie. Bij ons gaat de praktijk voor de bezinning. Bij hen is het net andersom. Er is dus zeker een gezamenlijk belang. Het eigene van onze Zeeuwse invulling van de PLG, is de combinatie van onderzoek, diepe vormen van leren (Scharmer), reflectie en critical friends (Palmer). Tot slot: de vormgeving van de PLG (de inrichting van de onderzoekscyclus, de keuze voor een methode, de frequentie en de wijze van samenwerken) moet afgeleid worden uit de doelen. Zo is de leergemeenschap onderdeel van de rijke en hybride leeromgeving.
Over wat er binnen de Pabo wordt verstaan onder een PLG (4 oktober 2016)
Binnen de Pabo en de basisscholen die met elkaar samenwerken, tekent zich een eenheid af over wat een PLG is. Die invulling voldoet aan de kenmerken die hieronder worden opgesomd.
- De samenstelling van de groep is divers. Er nemen leerkrachten PO, studenten, docenten en experts aan deel. Het perspectief is de gezamenlijke leeromgeving, waarin scholen lerende organisaties zijn.
- De omvang van de groep varieert tussen 5 en 10 personen. Grotere groepen vergen veel tijd om recht te doen aan alle deelnemers en de tijd is in de praktijk meestal beperkt.
- Er is altijd sprake van een vorm van onderzoek naar een vraag uit de praktijk. Er kan gekozen worden voor een gezamenlijk onderzoek of voor een individueel onderzoek. De gekozen methode volgt uit de vraagstelling.
- De vorm van samen-leren is gericht op diepe vormen van leren. Er worden verschillende middelen ingezet om dit te ondersteunen, zoals onderdelen van kernreflectie en delen van geschreven verslagen.
- Eigen aan onze wijze van vormgeven aan samen-leren is de invulling van het werken als critical friends, waarbij de groep de functie van coach heeft.
Deze werkwijze is ontstaan in de praktijk en gaandeweg door theoretische verdieping, uitwisseling en experimenten uitgebouwd en versterkt. De verdere onderbouwing is een wenselijke stap.
Riaan
Netwerkbijeenkomst samen opleiden (NSO)
Tijdens de netwerkbijeenkomst Samen Opleiden is gesproken over een nog intensievere vorm van samen opleiden. Een van de onderdelen die op deze dag zijn besproken, is 'De carrousel'. Dit is een werkvorm waarbij op verschillende scholen inspirerende lessen worden gegeven door leerkrachten en studenten deze lessen kunnen bijwonen. De vraag is gesteld of het mogelijk is om de carrousel als professionaliseringsvorm neer te zetten, waarbij niet alleen studenten zich aanmelden voor bepaalde lessen, maar ook leerkrachten die hieraan behoefte hebben.
Naar aanleiding van dit voorbeeld is het wellicht goed om in het komende schooljaar, het laatste jaar van het project 'Scholen voor de toekomst', onderzoek te doen naar deze werkvormen en te bekijken of deze geschikt zijn voor professionalisering in het algemeen. (taak voor 'samenwerking algemeen'?)
Studiedag op 16-03-2016
De conceptmap dient als praatplaat om te kijken waar we staan. Verschillende groepen gaan met de map aan de slag.
- Lerarenregister zou een plaats moeten krijgen in de conceptmap.
- Zeeuws netwerk kwaliteit zou moeten worden toegevoegd aan cpoz.
- Speelt het toezichtkader van zowel PO als NVAO ook nog een rol? De opzet is dat de inspectie gaat inzetten op de ontwikkeling van scholen.
Er komt boven dat er mogelijk meerdere definities van dezelfde termen zijn. Het zou goed zijn om duidelijke definities te maken (Wat is een plg, wat is een leerteam, etc?).
- "Het schoolkind" staat nu min of meer geïsoleerd. In het schema is niet terug te zien hoe om te gaan met het eigenaarschap van leren van het kind. Het is van belang om dit als start van de visie te maken. Vervolgens moeten we dit ook een levende visie houden én elkaar er steeds op aanspreken dat we dit willen (valkuil: "Het is zo makkelijk om terug te vallen in oude patronen").
- Hoe geven we inzicht in welke scholen aan welke onderwerpen werken?
- We leven nu in een breukvlak: twee tijden. het huidige nu en onderwijs 2032. Kritiek op 2032 is vooral de 'persoonlijke ontwikkeling'. Er zou aandacht moeten zijn voor het gemeenschappelijke.
Van leerteam (LT) via leergemeenschap (LG) naar professionele leergemeenschap (PLG)
Naar aanleiding van de studiedag Curriculumontwikkeling pabo op 21-03-2016 is het goed om een aantal zaken te noteren: n de pabo is geconstateerd dat het werken met leerteams in pabo 1, een geschikte vorm is om studenten te professionaliseren. Tevens is de wens uitgesproken om vanaf pabo 3 studenten te laten participeren in professionele leergemeenschappen. De themagroep 'aansluiting initieel programma...' bevestigde dit op deze dag, door aan te geven dat de verplichte profielen en specialisaties samen met zittende leerkrachten zou kunnen worden vorm gegeven en dan in professionele leergemeenschappen. Direct daarop volgde een gesprek over wat dan een professionele leergemeenschap is. We kwamen tot de conclusie dat een leerteam, zoals in pabo 1, een eerste vorm is. We bespraken dat een plg met al gecertificeerde leerkrachten zou moeten plaatsvinden vanaf pabo 3, waarbij ook leerkrachten hun eigen onderzoeksvragen hebben. Een tussenvorm zou gecreëerd kunnen worden in pabo 2 (tweede jaar van het curriculum). Dit is dan een leergemeenschap (LG) voor studenten met een begeleider. Kennis voor het beantwoorden van leervragen van studenten in deze leergemeenschap zou dan onder andere kunnen worden bevraagd aan professionals in het werkveld, de leerkrachten. Er is dan wel een rol weggelegd voor leerkrachten (groepsmentoren, opleidingsmentoren en voor thema 6 ook IB-ers). Deze is echter meer faciliterend voor het leren van de student en minder bezig met zijn eigen leervragen. Vanuit de presentatie van themagroep 'aansluiting initieel programma' en het gesprek dat daaromheen ontstond, is de afspraak gemaakt dat de curriculumadviesgroep in overleg gaat met Walter Roovers. Walter is projectmanager 'flexibele deeltijd HZ', een project om op flexibelere manier met deeltijdopleidingen om te gaan. Het lijkt (Riaan) goed om raakvlakken tussen dit project en 'Scholen voor de toekomst' te verkennen.