De drie ‘kleuren’ Waterstof
Alle waterstof is kleurloos. Met de kleur wordt hier iets geduid over de duurzaamheid van waterstof:
- Grijze Waterstof: gewonnen uit fossiele brandstoffen; bij de productie van waterstof komt CO2 vrij.
- Blauwe waterstof: gewonnen uit fossiele brandstoffen; bij de productie van waterstof komt CO2 vrij. Deze CO2 wordt (bij voorkeur ondergronds) opgeslagen.
- Groene waterstof: Deze wordt gewonnen uit hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie, windenergie of algen.
Op dit moment wordt bijna alle waterstof gemaakt uit methaan (aardgas). Hierbij komt het broeikasgas CO2 vrij. Dit noemen we grijze waterstof. Indien we deze CO2 opslaan onder de grond noemen we dit blauwe waterstof. Daarnaast komt waterstof vrij als restproduct bij chemische processen (die gevoed kunnen worden met groene energie).
Groene waterstof is er nu nog zeer beperkt en wordt interessant wanneer de fluctuaties in de groene energie groter worden. Dit punt wordt geleidelijk aan bereikt met het voortgaan van de energietransitie.
Met de energietransitie wordt het aandeel groene energie in de totale energieproductie groter. Deze productie van groene energie varieert (het waait wel of niet of de hoeveelheid zonlicht varieert ok gedurende het jaar) dus wanneer er teveel is moet dit opgeslagen kunnen worden en als er te weinig is moet deze weer gebruikt kunnen worden. Hier is waterstof de enige geschikte energiedrager omdat de energie in grote hoeveelheden voor lange tijd kan worden opgeslagen.