De basis van Facilitating Change

Rondom maatschappelijke vraagstukken ervaren betrokkenen soms onduidelijkheid, onrust, kaders die niet (meer) passen of juist nodig zijn, misverstanden, misinterpretatie en soms ook verwijten naar elkaar toe.

Om dit te doorbreken en wenselijke veranderingen te bewerktstellingen is het van belang om met elkaar in gesprek te gaan over aannames, verwachtingen, (voor-)waarden, interpretaties, observaties, blinde vlekken, et cetera - om te "begrijpen voor ingrijpen".

Dit vraagt van alle betrokkenen om samen en met een holistisch blik naar het vraagstuk te kijken, te zorgen voor een sfeer van vertrouwen en veiligheid, en om dit te doen vanuit een open en constructieve houding.

Wat deze insteek oplevert is onder andere rust, helderheid, 'je gehoord voelen', begrip, vertrouwen en verbondenheid - wat weer kan leiden tot bewegingsruimte en uiteindelijk tot breed gedragen oplossingen voor het maatschappelijke vraagstuk.

Een Facilitator of Change zal in dit proces een belangrijke rol spelen. Hij kent de verschillende belangen en opvattingen van betrokkenen uit het vraagstuk. Hij is in staat om strategische interventies te ontwikkelen voor duurzame transities in de betreffende regio. De Facilitator of Change begrijpt hoe men tot een gedeelde probleemdefinitie en identificatie van mogelijke oplossingen kan komen. Hij heeft het vermogen om anderen te betrekken bij adaptieve verandering, en kan dit doen in verschillende rollen zoals specialist, onderzoeker, ondernemer, (project) manager, adviseur of procesmanager. Een Facilitator of Change handelt vanuit een breed begrip van het functioneren van het onderwerp van het vraagstuk.

Wederzijds begrip verkrijgen

Kijk eens naar figuur 1. De olifant staat symbool voor het complexe vraagstuk waarvoor men samen opzoek gaat naar oplossingen. Ieders kijk op het vraagstuk wordt sterk gevormd door het (wereld-)beeld of perspectief dat ze erop hebben. Dat beeld is gevormd door hun kennis, ervaringen, wensen, waarden, aannames, etc.
Figuur 1: “De blinden en de olifant” door John Godfrey Saxe, naar een Indische legende.
Om als Facilitator of Change de olifant te begrijpen (lees: voor het begrijpen en aanpakken van het complexe vraagstuk) is het van belang om er zonder oordeel en door de ogen van alle betrokkenen naar te kijken, om dus te begrijpen wat hun wereldbeelden zijn - en misschien om je eigen kijk erop ook vollediger te kunnen zien of zelfs te herzien. Dit kan je doen in de vorm van gesprekken met en tussen betrokkenen en middels gezamenlijke dialoog. Dit leidt al gauw tot eye-openers ("Nu ik er zo over na denk ...", "Hmm, dat is een goeie vraag" - je kunt dit soort gesprekken daarom dus ook als interventies beschouwen) en tot wederzijds begrip tussen betrokkenen. Dit zijn eerste - maar voorwaardelijke - resultaten om het speelveld te vergroten en om breed gedragen oplossingen voor het vraagstuk te vinden.

Aard en focus van het proces

De Facilitator of Change gaat in gesprek met belanghebbenden en draagt bij aan een continue proces van het expliciteren en begrijpen van elkaars perspectieven, van interactie en dialoog, en van het samen leren om met elkaar bewegingsruimte te creëeren en wenselijke verbeteringen te vinden. ‘Verbinden’, en daartoe continue betrokkenen uit het vraagstuk te weten uit te nodigen, is dan ook de modus operandi van de Facilitator of Change.

Dit proces is participatief, interdisciplinair, iteratief, reflexief en generatief van aard. Je zou kunnen zeggen dat je als Facilitator of Change, maar dit geldt ook voor de belanghebbenden uit de vraagstukken waar jullie aan werken, raak je betrokken in "lerende netwerken". Je werkt aan het vraagstuk vanuit de insteek “samen elkaar (dus zowel Facilitator of Change als belanghebbenden) zoeken naar breed gedragen oplossingen” in plaats van de doorgaans gebruikelijke opdrachtgever-opdrachtnemer-insteek “wij als adviseurs of onderzoekers voeren het voor jullie uit en geven jullie aan het einde van het project advies over hoe je dingen anders kunt doen.”

Om bewegingsruimte te creëren voor het vinden van breed gedragen oplossingen voor het vraagstuk moeten we onze focus verleggen. Bewegingsruimte ontstaat namelijk met behulp van een proces dat kan worden omschreven als ‘co-evolutie’: daarin gaan belanghebbenden continu en gezamenlijk opzoek naar wat ‘de juiste dingen’ zijn om te doen. Bij het werken aan dit soort vraagstukken ligt de focus daarom op het proces en niet op een vooraf vastgesteld resultaat of eindproduct.

Wat het niet is

  • Een interview (een vraaggesprek met het doel om het gehoorde te publiceren of uit te zenden - Van Dale).
  • Monoloog en discussie helpen ook niet erg mee:
Monoloog Dialoog
Eenrichtingsverkeer Tweerichtingsverkeer
Afstand Betrokkenheid
Geen contact Contact en reacties op elkaar
Inhoud onveranderd Nieuwe gezichtspunten ontdekken
Partijen onveranderd Samen leren en veranderen
Discussie Dialoog
Arena, strijdtoneel Agora, marktplein
Standpunten innemen Ervaringen delen
Gericht op winnen/verliezen Gericht op leren van elkaar
Argumentatieve rationaliteit Narratieve rationaliteit
Partijen Mensen met namen en gezichten

Emergente eigenschappen en enablers

  • Het gaat om het hier en nu, om wat er nu speelt en gebeurt
  • Empowerment / emancipatie
  • Veiligheid, kwetsbaarheid, ontwapening, respect, vertrouwen
  • Humor, plezier, ontspanning, spelen / speelsheid
  • Zo veel mogelijk leren en fouten maken (“faalmoed”)
  • Tijd, rust, ruimte, structuur, het ‘ondertussen’
  • Relatie is een doel, geen middel
  • Intentie / kwaliteit van je aanwezigheid en van ‘the space between’
  • Niet oordelen, alles mag er zijn
  • Voortdurend de vraag stellen: "Wat zijn voor ons (belanghebbenden) de juiste en zinvolle dingen om te doen?"

Vereiste houding van betrokkenen

De belangrijkste houding en vaardigheid van een Facilitator of Change, en dus ook van de belanghebbenden uit het vraagstuk, is mooi verwoord in dit vertaalde citaat van Holloway en Wheeler uit 2011:
"Om toegang te krijgen tot de ware gedachten en gevoelens van de deelnemers (= betrokkenen uit het vraagstuk) nemen onderzoekers (= Facilitator of Changes) een niet-oordelende houding aan ten opzichte van de gedachten en woorden van de deelnemers. De relatie moet gebaseerd zijn op wederzijds vertrouwen. Degene die luistert wordt degene die leert, en degene die deelneemt wordt de leraar."
Het werken aan maatschappelijke vraagstukken vereist een houding van:
  • Openheid, signaleren
  • Willen verbinden
  • Überhaupt willen (constructieve houding)
  • Onderzoekende, nieuwsgierige en reflexieve insteek, niet adviseren / fixen
  • Eigenaarschap / autonomie, verantwoordelijkheid nemen
  • Flexibiliteit
  • Anderen mee willen nemen en helpen vaardig te worden in het Facilitating Change proces
  • Coherentie in houding en gedrag
  • Empathie, respect, mededogen, zelfvertrouwen, nuchterheid
  • Deel je mening, niet je oordeel. Oordelen zijn niet verboden, maar kun je expliciet maken, onderzoeken en / of opschorten
  • Plezier
  • Jezelf kennen, bewustzijnshygiëne (psychologisch / emotioneel)
  • Moed, ongemak kunnen verduren en waar relevant bespreekbaar maken, “nee” als antwoord accepteren en verder onderzoeken
  • (Een sfeer van) vertrouwen hebben en ontwikkelen

Competenties

Figuur 2: Competenties en bijbehorende leeruitkomsten van de Facilitator of Change.

Op basis van deze competenties ontwikkel je een vanzelfsprekende, nieuwsgierige houding en krijg je een tool-for-life voor het aanpakken van uitdagende praktijksituaties. Voor uitgebreide toelichting op de competenties en bijbehorende leeruitkomsten die horen bij de rol van Facilitator of Change, klik hier.

TO DO: LUK's linken met de onderdelen van deze gids.