De kwaliteit van leven wordt voor een groot deel bepaald door gevoel van geluk en algehele tevredenheid onder inwoners. Eerder liet Dijksterhuis (2016), ‘geluksprofessor’ aan de Radboud Universiteit Nijmegen, al eens zien dat de top 10 Westerse landen met de meest gelukkige inwoners sterker overeenkomt met de top 10 landen met een goede privé-werkbalans dan met de top 10 landen met het hoogste besteedbare inkomen onder de inwoners. Het achterliggende idee is dat in regio’s waar eenmaal in de primaire behoeften is voorzien, andere zaken (zoals vrije tijd) belangrijker worden voor het welzijn.

Het model Brede Welvaart van het CBS meet subjectief welzijn met twee indicatoren: 

(a)    Tevredenheid met het leven;

(b)    Tevredenheid met vrije tijd.

We bespreken beide indicatoren voor Zeeland.