Voor de objectivering van het begrip toerisme is daarbij gebruik gemaakt van bestaande inzichten in de toeristische druk van de dertien Zeeuwse gemeenten, uitgedrukt in ‘toeristische intensiteit’ per gemeente (aantal toeristische overnachtingen per 1.000 inwoners per gemeente in 2018). Voor de duiding van het begrip leefbaarheid en de beschrijving van de leefbaarheidssituatie per Zeeuwse gemeente is in eerste instantie de Leefbaarometer 2.0 als instrument gehanteerd.
Dit instrument maakt het mogelijk om de leefbaarheid te monitoren aan de hand van honderd onderliggende objectieve indicatoren. Deze indicatoren zijn onderverdeeld in vijf dimensies, namelijk: ‘wonen’, ‘bewoners’, ‘voorzieningen’, ‘veiligheid’ en ‘fysieke omgeving’.
De leefbaarheidssituatie verschilt van gemeente tot gemeente. De gemeente Veere, de Zeeuwse gemeente met de hoogste toeristische druk, laat daarbij de hoogste leefbaarheidsscore zien en de gemeente Terneuzen, de Zeeuwse gemeente met opvallend genoeg juist de laagste toeristische druk, de laagste leefbaarheidsscore.
De verschillen in de leefbaarheidsscores van de Zeeuwse gemeenten zijn met name te verklaren vanuit de dimensiescore ‘voorzieningen’ per gemeente.
Door middel van lineaire regressie zijn binnen het onderzoek twee (lineaire) relaties vastgesteld, namelijk tussen toerisme (toeristische intensiteit) en het aantal restaurants per 1.000 inwoners (R² = 0,86) en tussen toerisme (toeristische intensiteit) en het aantal supermarkten per 1.000 inwoners (R² = 0,82).
Het aantal van dertien Zeeuwse gemeenten is helaas echter (nog) te beperkt om al een definitieve uitspraak te kunnen doen over deze vermeende relaties. Een andere kanttekening bij het onderzoek is dat een hogere toeristische druk en (dus) daarmee meer restaurants of supermarkten per 1.000 inwoners niet direct leidt tot een hogere score voor de dimensie ‘voorzieningen’ (en daarmee de totale leefbaarheidsscore per gemeente). Het effect van één enkele indicator is namelijk enerzijds niet sterk genoeg om een dimensiescore substantieel te verhogen of verlagen en anderzijds is uit een studie van de achtergronden van de Leefbaarometer 2.0 gebleken dat het ‘verdwijnen van een supermarkt’ wel een significante nadelige invloed kan hebben op de dimensiescore ‘voorzieningen’, maar een extra supermarkt niet per definitie leidt tot een hogere dimensiescore ‘voorzieningen’.
Wel kan worden afgeleid uit het voorgaande dat de indicator ‘aantal restaurants per 1.000 inwoners’ in principe positief bijdraagt aan de score van de dimensie voorzieningen. Toerisme kan in die zin dus ook een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheidsscore van gemeente, mits in ogenschouw wordt genomen dat er ook nog tal van andere indicatoren zijn die (in samenhang) invloed uitoefenen op deze score.