Competenties; criteria en assessment

Overzicht competenties Facilitator of Change

Kritische reflectie

Het begrip kritische reflectie is niet eenvoudig te definiëren. Er zijn veel zienswijzen op deze praktijk. De insteek in de minor is tweede-orde-cybernetica met tweede-orde-observaties. In essentie komt het neer op observeren met welke overtuigingen en aannames een andere de wereld aanschouwt. Die andere kan ook jezelf zijn: zelfreflectie.

21e-eeuwse vaardigheden

...

Conceptueel denken

Breder of dieper inzicht krijgen in problemen of situaties door ze in een groter of abstracter kader te plaatsen. De grote lijnen van een idee in beeld hebben en houden, en de mogelijke gevolgen ervan in kaart brengen.

Indicatoren van conceptueel denken:

  • Abstraheren: formuleert een probleem in meer algemene termen. Plaatst een probleem in een meer theoretisch kader.
  • Schakelen: schakelt tussen concreet en abstract denken. Kan een analyse omzetten in concrete oplossingen.
  • Generaliseren: pakt een probleem aan zoals een soortgelijk probleem zou worden aangepakt. Ziet het meer algemene in het concrete probleem. Bedenkt structurele oplossingen.
  • Mogelijke gevolgen zien: ziet in wat de mogelijke consequenties zijn van een idee of een gevolgtrekking. Heeft en houdt de grote lijnen en voornaamste gevolgen van een idee in beeld.
  • Relateren: krijgt inzicht in een probleem of idee door relaties te leggen met andere problemen of ideeën. Kan over de grenzen van het eigen vakgebied heen kijken.

Bron: Het Compententiewoordenboek

Specifieke competenties

Competenties change agent.

Nakijken (actie GR)

  • Rubric MRDD
  • Five Minds for the Future
  • SSM

Deel je inzichten

<comment-streams/>























Referenties