Casuïstiek
Het uitgangspunt bij onderzoek met de Expertise Management Methodologie (EMM) zijn concrete casussen waarin mensen van 'vlees en bloed' betrokken zijn. De reden hiervoor zijn dat we met de berokkenen over concrete zaken kunnen spreken en waar nodig kritische vragen kunnen stellen aan iedere betrokkene over hun rol in de casus en hoe anderen dat percipiëren. Dit is de opmaat naar gestructureerde dialogen waarin naar mogelijkheden tot verbetering wordt gezocht. In dit proces kunnen we bad & good practices identificeren.
Casuïstiek in de gemeente Sluis
Vijf casussen zijn benoemd voor uitdieping. Om allerlei redenen, waaronder ziekte en reorganisatie, is het aantal casussen dat is onderzocht beperkt tot drie. Dit verlies hebben we gecompenseerd door in interviews met nadrukkelijk te vragen naar ervaringen in soortgelijke casussen. Of anders gesteld, de casussen werden gebruikt als aanleiding tot verdieping. Hiermee is een herkenbaar, helder beeld gekregen over de problematiek die speelt in de gemeente Sluis. We gebruiken dit als vertrekpunt voor het komende De Zeeuwse Huiskamer project in de gemeente Sluis.
Casus mevrouw X
Mevrouw X heeft schulden, zit al wel een tijd onder bewind, maar er wordt zeer onregelmatig weekgeld betaald. Hierdoor soms geen geld om eten e.d. te kopen. Mevrouw heeft bij de kerk aangeklopt, zij springen tijdelijk bij. Inmiddels contact gelegd met BV door medewerker cluster Werk en Inkomen, overstap verloopt moeizaam, wat voor veel stress en spanningen zorgt.
Mevrouw heeft al veel meegemaakt, pleeggezinnen verbleven, crisisopvang, vertrouwen in andere mensen, hulpverleners en instanties is niet groot. Daarnaast kent ze veel mensen die ook problemen hebben waardoor de focus naar eigen problemen soms verschuift. Ook slachtoffer van fysiek geweld, mevrouw staat open voor hulp en heeft zelf initiatief genomen om contact te hebben met een psycholoog.
Casus mevrouw Y
Mevrouw Y heeft hulp nodig bij het boodschappen doen, vervoer en huishouden. Naast haar lichamelijke klachten heeft ze een karakter waardoor mensen niet graag meer bij haar langs komen. Vanwege dit karakter is het erg moeilijk hulp voor haar te vinden in haar omgeving.
Ze is goed te spreken over haar huisarts en de vrijwilligster die haar boodschappen doet. Verder geen goed woord over anderen die haar helpen. Als iemand haar in haar ogen niet goed geholpen heeft laat ze dat duidelijk horen aan een ieder die langskomt.
Mevrouw heeft zo haar eigen opvattingen over haar rechten en is er goed in die te verwoorden. Aangenaam is ze daarin echter niet. Ze ontvangt eenmaal per week hulp in de huishouding, dit wil ze zo houden, overgaan naar tweemaal per week hulp is geen optie omdat er dan geen tijd is om de gordijnen te wassen. Een vrijwilligster die dit probeerde te regelen heeft geen goed gedaan in de optiek van mevrouw. Eenmaal per twee weken is er een vrijwilligster die samen met haar de boodschappen doet, helaas heeft deze niet altijd tijd en word een vervanger gezocht. Een andere vrijwilligster helpt haar met haar administratie.