This is a property of type Text.

20 pagina’s gebruiken deze eigenschap.
P
PwC in Tweede spoor traject (PwC P3S9).  +
PwC in Uitbehandeld (PwC P2S9).  +
PwC in Veranderende relatie met werkgever (PwC P3S7).  +
PwC in WIA keuring (PwC P3S11).  +
PwC in Werkafspraken maken (PwC P1S3).  +
PwC in Werkafspraken maken (PwC P2S3).  +
R
Feedback van anderen neem ik doorgaans zeer serieus. Als iemand zegt dat ik arrogant ben, dan denk ik daar over na. Klopt dat? Herken ik dat zelf ook? Ik trek het me tegelijkertijd ook aan, want ik wil helemaal niet arrogant zijn. Het rijmt ook niet altijd met wat anderen over me zeggen. Ik raak ervan in de war omdat ik niet weet wat waar is, wat er klopt, welke eigenschappen er nu wel of niet bij mij horen. De meest uiteenlopende feedback heb ik gekregen: bescheiden, analytisch, empathisch, afstandelijk, koel, emotioneel, rationeel, sterk, krachtig, moeilijk benaderbaar, toegankelijk, betrouwbaar; het is me allemaal wel eens gezegd. Dat kan ik toch nooit allemaal tegelijk zijn? En omdat ik mijn zelfbeeld zwaar liet rusten op feedback van anderen lag een permanente identiteitscrisis op de loer. Wat ik verzuimde te doen was de feedback in de context te bezien. Ik beoordeelde mezelf door alleen naar mijn eigen gedrag te kijken en had weinig oog voor de situatie en het decor er omheen. Door het in een context te plaatsen ontstaat er een veel genuanceerder beeld, een rijker en veelzijdiger plaatje van hoe ik acteer in sociale situaties en ben ik milder in mijn oordelen. Dat voelt niet alleen een stuk prettiger, maar geeft ook veel meer handelingsmogelijkheden in uiteenlopende situaties. Want laten we eerlijk zijn, soms helpt het om een arrogante houding te kunnen aannemen of om afstand te houden. Er is niks mis mee om dit soort gedrag functioneel in te zetten. Het maakt me alleen maar veelzijdiger en geeft me de ruimte om in uiteenlopende situaties te blijven bewegen.  +
Feedback van anderen neem ik doorgaans zeer serieus. Als iemand zegt dat ik arrogant ben, dan denk ik daar over na. Klopt dat? Herken ik dat zelf ook? Ik trek het me tegelijkertijd ook aan, want ik wil helemaal niet arrogant zijn. Het rijmt ook niet altijd met wat anderen over me zeggen. Ik raak ervan in de war omdat ik niet weet wat waar is, wat er klopt, welke eigenschappen er nu wel of niet bij mij horen. De meest uiteenlopende feedback heb ik gekregen: bescheiden, analytisch, empathisch, afstandelijk, koel, emotioneel, rationeel, sterk, krachtig, moeilijk benaderbaar, toegankelijk, betrouwbaar; het is me allemaal wel eens gezegd. Dat kan ik toch nooit allemaal tegelijk zijn? En omdat ik mijn zelfbeeld zwaar liet rusten op feedback van anderen lag een permanente identiteitscrisis op de loer. Wat ik verzuimde te doen was de feedback in de context te bezien. Ik beoordeelde mezelf door alleen naar mijn eigen gedrag te kijken en had weinig oog voor de situatie en het decor er omheen. Door het in een context te plaatsen ontstaat er een veel genuanceerder beeld, een rijker en veelzijdiger plaatje van hoe ik acteer in sociale situaties en ben ik milder in mijn oordelen. Dat voelt niet alleen een stuk prettiger, maar geeft ook veel meer handelingsmogelijkheden in uiteenlopende situaties. Want laten we eerlijk zijn, soms helpt het om een arrogante houding te kunnen aannemen of om afstand te houden. Er is niks mis mee om dit soort gedrag functioneel in te zetten. Het maakt me alleen maar veelzijdiger en geeft me de ruimte om in uiteenlopende situaties te blijven bewegen.  +
Reflectie Ethics of Care, 20 februari 2020 Tijdens de workshop “Ethics of care” ben ik verbaasd over het feit dat mij geen actuele werksituaties te binnen schieten. Er komen alleen maar beelden vanuit het verleden omhoog. Herinneringen aan bijeenkomsten met het team Bemoeizorg van de GGD. In elke casus kwamen ethische afwegingen aan de orde en in de intervisie die ik voor het team begeleidde durf ik wel te stellen dat dit het hoofdthema was (zonder dat we het ooit zo genoemd hebben). Wat zou het ons gebracht hebben als we daar bewuster mee bezig waren geweest? Kennelijk onthou ik alleen de situaties die ik moeilijk vond of waarin ik innerlijke conflicten heb gevoeld. Maar het kan niet anders dan dat het zich in de dagelijkse praktijk ook voordoet, het zal een andere manier van kijken vragen. In I Know How merk ik wel dat ik soms suggesties of ideeën van anderen ogenblikkelijk verwerp. Zo denk ik bijvoorbeeld dat het niet kan werken om medisch specialisten en verpleegkundigen in de spreekkamer te laten vragen naar werk, laat staan om medici te vragen contact te leggen met een werkgever. Nog los van de vraag hoe je twee werelden die elkaar nauwelijks kennen naar elkaar toe kunt laten bewegen ben ik altijd bang dat het mensen nog afhankelijker maakt van professionals. Afhankelijk zijn van professionals is voor mij een groot schrikbeeld, iets wat ik ten alle tijde tracht te voorkomen en mocht de situatie zich toch voordoen, dan zal ik heel hard mijn best doen om die zo snel mogelijk te keren. Of als een gemeente voorzieningen heeft gecreëerd waar mensen vervolgens geen gebruik van maken dan vind ik dat stiekem heel grappig en ook dom. Mensen zoeken zelf naar oplossingen, dat zou ik ook doen, zo ontzettend logisch. Mijn overtuigingen sturen me in sterke mate, maar ik realiseer me dat ik daarmee ook heel sturend naar anderen kan zijn en niet veel ruimte laat voor andere beelden en overtuigingen. Dat laatste wil ik graag veranderen. Ik neem me voor meer stil te staan bij mijn eigen waarden, zodanig dat ik ze kan uitleggen aan mezelf en aan anderen. Waarmee ik tegelijkertijd uitnodigend wil zijn naar anderen om hetzelfde te doen.  
Reflectie Ethics of Care, 20 februari 2020 Tijdens de workshop “Ethics of care” ben ik verbaasd over het feit dat mij geen actuele werksituaties te binnen schieten. Er komen alleen maar beelden vanuit het verleden omhoog. Herinneringen aan bijeenkomsten met het team Bemoeizorg van de GGD. In elke casus kwamen ethische afwegingen aan de orde en in de intervisie die ik voor het team begeleidde durf ik wel te stellen dat dit het hoofdthema was (zonder dat we het ooit zo genoemd hebben). Wat zou het ons gebracht hebben als we daar bewuster mee bezig waren geweest? Kennelijk onthou ik alleen de situaties die ik moeilijk vond of waarin ik innerlijke conflicten heb gevoeld. Maar het kan niet anders dan dat het zich in de dagelijkse praktijk ook voordoet, het zal een andere manier van kijken vragen. In I Know How merk ik wel dat ik soms suggesties of ideeën van anderen ogenblikkelijk verwerp. Zo denk ik bijvoorbeeld dat het niet kan werken om medisch specialisten en verpleegkundigen in de spreekkamer te laten vragen naar werk, laat staan om medici te vragen contact te leggen met een werkgever. Nog los van de vraag hoe je twee werelden die elkaar nauwelijks kennen naar elkaar toe kunt laten bewegen ben ik altijd bang dat het mensen nog afhankelijker maakt van professionals. Afhankelijk zijn van professionals is voor mij een groot schrikbeeld, iets wat ik ten alle tijde tracht te voorkomen en mocht de situatie zich toch voordoen, dan zal ik heel hard mijn best doen om die zo snel mogelijk te keren. Of als een gemeente voorzieningen heeft gecreëerd waar mensen vervolgens geen gebruik van maken dan vind ik dat stiekem heel grappig en ook dom. Mensen zoeken zelf naar oplossingen, dat zou ik ook doen, zo ontzettend logisch. Mijn overtuigingen sturen me in sterke mate, maar ik realiseer me dat ik daarmee ook heel sturend naar anderen kan zijn en niet veel ruimte laat voor andere beelden en overtuigingen. Dat laatste wil ik graag veranderen. Ik neem me voor meer stil te staan bij mijn eigen waarden, zodanig dat ik ze kan uitleggen aan mezelf en aan anderen. Waarmee ik tegelijkertijd uitnodigend wil zijn naar anderen om hetzelfde te doen.  
Reflectieverslag werkomgeving ZB 14 januari 2020 Een fijne omgeving is belangrijk. Bij voorkeur kies ik een werkplek die past bij de werkzaamheden die ik gepland heb te doen. Het gebouw van de ZB vind ik mooi, ik heb altijd al van bibliotheken gehouden, fijne plaatsen om te zijn. Dat geldt zeker ook voor de bibliotheek in Middelburg, een ruim en licht gebouw met een uitnodigende entree en de geur van verse broodjes. Het was een enorme tegenvaller toen ik op 6 mei 2019 (mijn verjaardag en eerste werkdag bij de ZB) in het kamertje van Team Maatschappelijke Projecten werd ontvangen. Een kamer op de eerste verdieping, verstopt achter de boekenkasten, met twee kleine ramen waar weinig buitenlicht door binnen komt, volgepropt met 6 bureau’s en twee kasten. Ik krijg een sleutel en een touchkey, beiden zal ik veel nodig hebben. De kamer bevindt zich in het openbare gedeelte van de bibliotheek, dus moet afgesloten worden tijdens openingstijden, wanneer er geen collega’s aanwezig zijn en voor koffie/thee zijn we aangewezen op de tweede verdieping of de kelder die alleen met touchkey toegankelijk zijn. Ik voel me opgesloten in die kamer, beknot in mijn vrijheid en dat doet ook iets met mijn denkvermogen en creativiteit. Ik voel me ook misleid en op het verkeerde been gezet. Het gebouw straalt ruimte en licht uit, maar ik zit in een kleine afgesloten kamer waar de temperatuur moeilijk te regelen blijkt en de beperkte zuurstof met 6 mensen moet worden gedeeld. Ik mag kiezen aan welk bureau ik wil zitten, het zijn allemaal flexplekken, maar de praktijk is anders. Esther en Pascal hebben zich vast geïnstalleerd aan de bureau’s bij het raam, beiden omgeven door stapels papier en persoonlijke spullen. José heeft een speciaal beeldscherm aangevraagd en het bureaublad op haar lengte laten afstellen. De minst populaire werkplek, met de rug naar de deur en het verst weg bij het buitenlicht wordt standaard ingenomen door Zoë met bijkomend voordeel dat er een stopcontact beschikbaar is voor haar laptop. De twee overgebleven plekken worden steeds verder gepersonaliseerd door Semma en Adriënne. En recent zijn er vaste telefoons geïnstalleerd. Laat ik mezelf opzij schuiven? Geef ik letterlijk teveel ruimte weg? Nee, ik hou vast aan wat voor mij belangrijk is: de juiste omgeving zoeken bij de werkzaamheden die ik te doen heb. Alleen dan voel ik me comfortabel, productief en energiek. De kunst is, zoals zo vaak, het mezelf toestaan en gunnen om het op die manier te organiseren, om de misleiding te doorzien en deze te benoemen als het nodig is. Feit blijft dat de ZB mij geen fijne werkomgeving biedt, maar ik daar wel regelmatig moet zijn. Ik los het op door van afstand te kijken, mijn werkzaamheden zorgvuldig te plannen en vooral mijn eigen welzijn niet uit het oog te verliezen.  
Reflectieverslag werkomgeving ZB 14 januari 2020 Een fijne omgeving is belangrijk. Bij voorkeur kies ik een werkplek die past bij de werkzaamheden die ik gepland heb te doen. Het gebouw van de ZB vind ik mooi, ik heb altijd al van bibliotheken gehouden, fijne plaatsen om te zijn. Dat geldt zeker ook voor de bibliotheek in Middelburg, een ruim en licht gebouw met een uitnodigende entree en de geur van verse broodjes. Het was een enorme tegenvaller toen ik op 6 mei 2019 (mijn verjaardag en eerste werkdag bij de ZB) in het kamertje van Team Maatschappelijke Projecten werd ontvangen. Een kamer op de eerste verdieping, verstopt achter de boekenkasten, met twee kleine ramen waar weinig buitenlicht door binnen komt, volgepropt met 6 bureau’s en twee kasten. Ik krijg een sleutel en een touchkey, beiden zal ik veel nodig hebben. De kamer bevindt zich in het openbare gedeelte van de bibliotheek, dus moet afgesloten worden tijdens openingstijden, wanneer er geen collega’s aanwezig zijn en voor koffie/thee zijn we aangewezen op de tweede verdieping of de kelder die alleen met touchkey toegankelijk zijn. Ik voel me opgesloten in die kamer, beknot in mijn vrijheid en dat doet ook iets met mijn denkvermogen en creativiteit. Ik voel me ook misleid en op het verkeerde been gezet. Het gebouw straalt ruimte en licht uit, maar ik zit in een kleine afgesloten kamer waar de temperatuur moeilijk te regelen blijkt en de beperkte zuurstof met 6 mensen moet worden gedeeld. Ik mag kiezen aan welk bureau ik wil zitten, het zijn allemaal flexplekken, maar de praktijk is anders. Esther en Pascal hebben zich vast geïnstalleerd aan de bureau’s bij het raam, beiden omgeven door stapels papier en persoonlijke spullen. José heeft een speciaal beeldscherm aangevraagd en het bureaublad op haar lengte laten afstellen. De minst populaire werkplek, met de rug naar de deur en het verst weg bij het buitenlicht wordt standaard ingenomen door Zoë met bijkomend voordeel dat er een stopcontact beschikbaar is voor haar laptop. De twee overgebleven plekken worden steeds verder gepersonaliseerd door Semma en Adriënne. En recent zijn er vaste telefoons geïnstalleerd. Laat ik mezelf opzij schuiven? Geef ik letterlijk teveel ruimte weg? Nee, ik hou vast aan wat voor mij belangrijk is: de juiste omgeving zoeken bij de werkzaamheden die ik te doen heb. Alleen dan voel ik me comfortabel, productief en energiek. De kunst is, zoals zo vaak, het mezelf toestaan en gunnen om het op die manier te organiseren, om de misleiding te doorzien en deze te benoemen als het nodig is. Feit blijft dat de ZB mij geen fijne werkomgeving biedt, maar ik daar wel regelmatig moet zijn. Ik los het op door van afstand te kijken, mijn werkzaamheden zorgvuldig te plannen en vooral mijn eigen welzijn niet uit het oog te verliezen.  
Tweede-orde observaties zijn van belang.  +
Tweede-orde observaties zijn van belang.  +
Rijk plaatje opgesteld van de belanghebbenden in deze casus, daarmee ook inzicht in samenhang verkregen. Hiermee ook duidelijker hoe sommige zaken lopen vanuit bepaalde wereldbeelden. Dat maakt het ook wel lastig, want de Kustvisie is bijv. onderschreven door het college, nu krijgen we te maken met de uitwerking daarvan in de vorm van een verzoek om handhaving.  +
Rijk plaatje opgesteld van de belanghebbenden in deze casus, daarmee ook inzicht in samenhang verkregen. Hiermee ook duidelijker hoe sommige zaken lopen vanuit bepaalde wereldbeelden. Dat maakt het ook wel lastig, want de Kustvisie is bijv. onderschreven door het college, nu krijgen we te maken met de uitwerking daarvan in de vorm van een verzoek om handhaving.  +
Dit is ...  +
Role 1  +
Role 2  +
Ruimtelijke Ordening  +