Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
|Context=TMZK Media,
|Context=TMZK Media,
|prefLabel=Muzieknotatie
|prefLabel=Muzieknotatie
|definition=Muzieknotatie is het gebruik van een systeem om gehoorde muziek visueel weer te geven. Deze behoefte om muziek te noteren heeft een lange historie. Hoewel veel oude culturen met symbolen ritme en melodie aangaven, bestaan de overgeleverde materialen vaak uit fragmenten en kunnen we dus geen complete overzichten samenstellen van de systemen die werden gebruikt.
|definition=Muzieknotatie is het gebruik van een systeem om gehoorde muziek visueel weer te geven. Deze behoefte om muziek te noteren heeft een lange historie. Hoewel veel oude culturen met symbolen ritme en melodie aangaven, bestaan de overgeleverde materialen vaak uit fragmenten en kunnen we dus geen complete overzichten samenstellen van de systemen die in de oudheid werden gebruikt.


De ontwikkeling van de moderne Westerse muzieknotatie vindt zijn oorsprong in de vroege Middeleeuwen, toen de Kerk streefde naar uniformiteit in de uitvoering van Gregoriaanse gezangen. In de 9de eeuw verscheen notatie in de vorm van neumen. Om deze notatie te kunnen lezen, moest men de melodie al kennen: de symbolen golden als geheugensteun. Pas in de 14de eeuw ontstond een manier om ook de nootlengte (en dus het ritme) aan te geven.
De ontwikkeling van de moderne Westerse muzieknotatie vindt zijn oorsprong in de vroege Middeleeuwen, toen de Kerk streefde naar uniformiteit in de uitvoering van Gregoriaanse gezangen. In de 9de eeuw verscheen notatie in de vorm van neumen. Om deze notatie te kunnen lezen, moest men de melodie al kennen: de symbolen golden als geheugensteun. Pas in de 14de eeuw ontstond een manier om ook de nootlengte (en dus het ritme) aan te geven.


Guido van Arezzo, die leefde van ongeveer 991 tot na 1033, wordt gezien als uitvinder van de huidige notenbalk. Hij gebruikte de eerste lettergrepen van een hymne aan Johannes de Doper, die met de woorden Ut Queant Laxis begint. Zo onstond de reeks Ut, Re, Mi, Fa, Sol en La als solmisatiemethode voor het benoemen van de stappen van een hexachord. (Meer informatie hier:https://nl.wikipedia.org/wiki/Guido_van_Arezzo).  
Guido van Arezzo, die leefde van ongeveer 991 tot na 1033, wordt gezien als uitvinder van de huidige notenbalk. Hij gebruikte de eerste lettergrepen van een hymne aan Johannes de Doper, die met de woorden Ut Queant Laxis begint. Zo onstond de reeks Ut, Re, Mi, Fa, Sol en La als solmisatiemethode voor het benoemen van de stappen van een hexachord. (Meer informatie over Guido van Arezzo:https://nl.wikipedia.org/wiki/Guido_van_Arezzo).
Later werden de notennamen aangepast zodat elke noot met een klinker begon: Ut werd Do.
De reeks die nu nog wordt gebruikt is: Do Re Mi Fa So La Ti in Nederland, als relatief systeem, en Do Re Mi Fa Sol La Si in Vlaanderen, maar dan als absoluut systeem.
 
Hoewel met de solmisatiemethode de noten in relatie tot elkaar konden worden genoteerd, was er nog geen absolute toonhoogte vastgesteld. Zo kon men feitelijk op elke toonhoogte die men geschikt vond, een lied inzetten op Ut of Sol.
 
Absolute toonhoogte hangt samen met het vaststellen van de frequentie van een bepaalde toon. Wanneer we zien: A = 440, dan betekent dit dat deze noot, A, 440 trillingen per seconde heeft, en dus een vastgestelde toonhoogte. Dit betekent vervolgens dat alle andere tonen hun eigen vastgestelde toonhoogte hebben, en daarom noemen we dit het systeem van absolute toonhoogte. We onderscheiden het door de eerste 6 letters van het alfabet te gebruiken: A B C D E F G.  


De moderne muzieknotatie, verder ontwikkeld door de Westerse klassieke muziek, wordt tegenwoordig gebruikt om muziek te noteren uit alle genres en disciplines.
De moderne muzieknotatie, verder ontwikkeld door de Westerse klassieke muziek, wordt tegenwoordig gebruikt om muziek te noteren uit alle genres en disciplines.

Versie van 6 mrt 2017 13:18












Muzieknotatie


Formele omschrijving

Muzieknotatie is het gebruik van een systeem om gehoorde muziek visueel weer te geven. Deze behoefte om muziek te noteren heeft een lange historie. Hoewel veel oude culturen met symbolen ritme en melodie aangaven, bestaan de overgeleverde materialen vaak uit fragmenten en kunnen we dus geen complete overzichten samenstellen van de systemen die in de oudheid werden gebruikt.

De ontwikkeling van de moderne Westerse muzieknotatie vindt zijn oorsprong in de vroege Middeleeuwen, toen de Kerk streefde naar uniformiteit in de uitvoering van Gregoriaanse gezangen. In de 9de eeuw verscheen notatie in de vorm van neumen. Om deze notatie te kunnen lezen, moest men de melodie al kennen: de symbolen golden als geheugensteun. Pas in de 14de eeuw ontstond een manier om ook de nootlengte (en dus het ritme) aan te geven.

Guido van Arezzo, die leefde van ongeveer 991 tot na 1033, wordt gezien als uitvinder van de huidige notenbalk. Hij gebruikte de eerste lettergrepen van een hymne aan Johannes de Doper, die met de woorden Ut Queant Laxis begint. Zo onstond de reeks Ut, Re, Mi, Fa, Sol en La als solmisatiemethode voor het benoemen van de stappen van een hexachord. (Meer informatie over Guido van Arezzo:https://nl.wikipedia.org/wiki/Guido_van_Arezzo). Later werden de notennamen aangepast zodat elke noot met een klinker begon: Ut werd Do. De reeks die nu nog wordt gebruikt is: Do Re Mi Fa So La Ti in Nederland, als relatief systeem, en Do Re Mi Fa Sol La Si in Vlaanderen, maar dan als absoluut systeem.

Hoewel met de solmisatiemethode de noten in relatie tot elkaar konden worden genoteerd, was er nog geen absolute toonhoogte vastgesteld. Zo kon men feitelijk op elke toonhoogte die men geschikt vond, een lied inzetten op Ut of Sol.

Absolute toonhoogte hangt samen met het vaststellen van de frequentie van een bepaalde toon. Wanneer we zien: A = 440, dan betekent dit dat deze noot, A, 440 trillingen per seconde heeft, en dus een vastgestelde toonhoogte. Dit betekent vervolgens dat alle andere tonen hun eigen vastgestelde toonhoogte hebben, en daarom noemen we dit het systeem van absolute toonhoogte. We onderscheiden het door de eerste 6 letters van het alfabet te gebruiken: A B C D E F G.

De moderne muzieknotatie, verder ontwikkeld door de Westerse klassieke muziek, wordt tegenwoordig gebruikt om muziek te noteren uit alle genres en disciplines.

Het systeem maakt gebruik van een balk van 5 lijnen, waarop noten op en tussen de lijnen kunnen worden geplaatst. Met gebruik van hulplijnen voor individuele noten kan men de balk naar boven en naar beneden uitbreiden. Door middel van kruisen en mollen wordt aan de noten op de balk extra informatie gegeven over toonhoogte. Noten zorgen voor de informatie over lengte, en groepen noten die een metrische eenheid vormen, worden van elkaar gescheiden door middel van maatstrepen. Extra informatie over tempo, uitdrukking en dynamiek wordt gegeven door middel van tekst (Italiaanse aanduidingen) en symbolen. (Meer informatie hier: https://nl.wikipedia.org/wiki/Muzieknotatie.

Naast de gangbare muzieknotatie in deze vorm, zijn er ook in de 20-ste eeuw diverse experimenten geweest om muziek op een andere manier weer te geven. Dit gebeurde vanaf de 60'ger jaren bijvoorbeeld door een combinatie van reguliere notatie en grafische vormen. (Meer informatie hier: https://nl.wikipedia.org/wiki/Grafische_partituur). Eerder in de 20ste eeuw ontstond een ander systeem dat gebaseerd was op de witte en zwarte toetsen van een piano: het Klavarscribo. Klavarscribo is Esperanto voor "klavierschrift", en werd rond 1931 ontworpen door de Nederlander Cornelis Pot. Meer informatie hier:https://nl.wikipedia.org/wiki/Klavarskribo)

Terwijl van oudsher de noten met de hand werden genoteerd, gezet en gedrukt, is het tegenwoordig steeds vaker een kwestie van een muzieknotatieprogramma op de computer of zelfs tablet leren beheersen. Vanaf de jaren '80 van de vorige eeuw zijn deze notatieprogramma's zeer uitgebreid ontwikkeld, zodat het nu voor elke muzikant mogelijk is om arrangementen en eigen composities te verspreiden. Een belangrijk voordeel van een dergelijk muzieknotatieprogramma is dat men tijdens het werken terug kan luisteren in de zetting die vooraf is ingesteld bij aanvang van het noteren: als strijkkwartet of jazz combo, alles is mogelijk door de uitgebreide MIDI-mogelijkheden. Enkele succesvolle professionele programma's zijn: Finale, Sibelius en Dorico, waarvan de laatst een compleet nieuwe benadering hanteert en met andere (studio-)software kan samenwerken. Ook zijn er op het internet gratis programma's te vinden en voor tablets zijn applicaties te vinden in app-stores. Een aardige ontwikkeling met betrekking tot notatie op tablet is dan wel weer de mogelijkheid om met een zogenaamde stylus-pen met de hand noten te schrijven, die op de tablet dan worden omgezet in standaard print en eventueel kan worden verzonden of geprint als bladmuziek.(Bron:Wikipedia (, ))

Schema: Muziek VN, Context: Media
Verwant: TMZK Bladmuziek