LC 00385: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 28: Regel 28:
|Sequence number=100000
|Sequence number=100000
|Context type=Situation
|Context type=Situation
|Heading=Project Samenvatting
|Heading=Samenvatting
|Show referred by=Nee
|Show referred by=Nee
|Referred by text=Hier wordt aan gewerkt of naar verwezen door:
|Referred by text=Hier wordt aan gewerkt of naar verwezen door:

Huidige versie van 6 jan 2022 om 14:56

Achtergrond

Klimaatverandering leidt steeds vaker tot overschrijding van acceptatiegrenzen voor neerslag, hitte en droogte. Het creëren van een klimaatbestendige inrichting in samenwerking met bewoners is essentieel voor gemeenten en waterschappen. Bewoners voelen zich vaak betrokken bij de inrichting van hun straat, en richten hun tuin in op een manier die bij hun leefstijl past. In de 10 onderzochte wijken beslaan tuinen ongeveer 10-40% van het stedelijk oppervlak.

Vraagarticulatie

Voorafgaand aan het onderzoek bleek dat professionals van gemeenten en waterschappen vooral behoefte aan inzicht hadden in:

  • Effecten van extreem weer op het niveau van wijken, straten en gebouwen;
  • Lokale ervaringen, beleving van extreem weer en gedrag van burgers
  • Hoe burgers betrokken kunnen worden bij een klimaatbestendige inrichting van wijken en straten.

Hoofdvraag en doelstelling

Hoe kunnen professionals van gemeenten en waterschappen met inzet van burgers klimaatadaptatie in stedelijk gebied in praktijk brengen? Het doel is om een praktisch toepasbare werkwijze te ontwikkelen voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’.

Aanpak

Het onderzoek is uitgevoerd in 10 living labs waarin is geëxperimenteerd met metingen, beleving en participatie ten behoeve van klimaatadaptatie op wijkniveau. Hierbij zijn verschillende benaderingen uit de burgerwetenschap toegepast. Professionals en bewoners hebben samen metingen uitgevoerd (participatieve monitoring), gegevens verzameld over fysieke en sociale kwetsbaarheid en op diverse manieren inzicht gecreëerd voor een lokale aanpak. Door middel van een vergelijkingskader zijn Living labs tijdens het proces vergeleken, bijgesteld en geëvalueerd.

Resultaat

Het onderzoek heeft geresulteerd in nieuwe kennis over meten, beleven en doen ten aanzien van klimaatadaptie in de wijk. Dit biedt handvatten voor professionals van gemeenten en waterschappen om effectiever samen met inwoners te werken aan klimaatadaptatie. Door metingen in een variëteit aan wijken is nieuwe kennis ontwikkeld over de betekenis van de buitenruimte (groen en grijs) voor het hitteeilandeffect. Samen met inwoners is de bijdrage van woningtype en gedrag op hittestress gemeten. De ontwikkelde vragenlijst over beleving van klimaateffecten biedt publieke professionals een instrument voor inzicht op wijkniveau en intenties voor maatregelen. Klimaatadaptatie blijkt echter nog beperkt te leven onder inwoners en er is nog weinig bereidheid is om zelf initiatief te nemen. Bewoners ervaren weinig kennis en capaciteit in de wijk om dit vraagstuk zelf op te pakken. Bewoners hebben een voorkeur voor initiatief vanuit de gemeente, maar worden wel graag betrokken. Tegelijkertijd nemen inwoners wel andere relevante initiatieven die raken aan limaatadaptatie, zoals vergroening en verduurzaming van de wijk en woning. Klimaatadaptatie kan dan ook in cocreatie met andere thema’s in de wijk worden opgepakt. Om klimaatadaptatie daar een goede plek in te geven ligt er nog een uitdaging voor professionals op het uitwerken van kaders en doelen en het stimuleren van een sociale norm om inwoners actief invulling aan klimaatadaptatie te laten geven. Metingen zoals uitgevoerd in het onderzoek bieden publieke professionals daarbij concrete resultaten om in gesprek te gaan over wat acceptabel is en wat voor maatregelen nodig en mogelijk zijn. 

Consortium

Het project betreft een unieke samenwerking tussen vier hogescholen (HZ University of Applied Sciences, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hanzehogeschool Groningen), vijf gemeenten (Vlissingen, Middelburg, Rotterdam, Leeuwarden, Groningen) en twee waterschappen (Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest)