LC 00598: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 3: Regel 3:
Bekijk hier het laatste nieuws!
Bekijk hier het laatste nieuws!
=== FACET ===
=== FACET ===
'''Het Interreg 2 Zeeën project FACET wil ondernemers in de toeristische sector stimuleren circulaire oplossingen toe te passen binnen hun bedrijf, zodat er nieuwe duurzame verdienmodellen ontstaan. Met een sterk consortium van projectpartners uit België, Nederland, Frankrijk en Engeland wordt geëxperimenteerd met circulaire toepassingen op het gebied van accommodaties, afvalreductie, verpakkingen, energie, water en gezamenlijke inkoop.'''
'''Het Interreg 2 Zeeën project FACET wil ondernemers in de toeristische sector stimuleren circulaire oplossingen toe te passen binnen hun bedrijf, zodat er nieuwe duurzame verdienmodellen ontstaan. Met een sterk consortium van projectpartners uit België, Nederland, Frankrijk en Engeland wordt geëxperimenteerd met circulaire toepassingen op het gebied van accommodaties, afvalreductie, verpakkingen, energie, water en gezamenlijke inkoop. Dit project is gestart in januari 2020, heeft een looptijd van drie jaar (tot maart 2023).'''  


De 2 Zeeënregio (langs het Kanaal en de Noordzee van België, Engeland, Frankrijk en Nederland) is van oudsher een toeristische bestemming met een sterke impact op de regionale economie. Volgens de VN-Wereldtoerisme organisatie zal het toerisme in deze regio met 5 % tot 8 % toenemen in de periode van 2010 - 2050. Maar toerisme brengt ook massaconsumptie van grondstoffen met zich mee. Wereldwijd groeit deze massaproductie met 92% waterverbruik en 189% landgebruik (Tourism Watch). Hierdoor ontstaat druk op de reeds beperkte grondstoffen in de regio, waar industrie, landbouw en toerisme op concurreren.
De 2 Zeeënregio (langs het Kanaal en de Noordzee van België, Engeland, Frankrijk en Nederland) is van oudsher een toeristische bestemming met een sterke impact op de regionale economie. Volgens de VN-Wereldtoerisme organisatie zal het toerisme in deze regio met 5 % tot 8 % toenemen in de periode van 2010 - 2050. Maar toerisme brengt ook massaconsumptie van grondstoffen met zich mee. Wereldwijd groeit deze massaproductie met 92% waterverbruik en 189% landgebruik (Tourism Watch). Hierdoor ontstaat druk op de reeds beperkte grondstoffen in de regio, waar industrie, landbouw en toerisme op concurreren.
Regel 16: Regel 16:


Tegelijkertijd worden lokale en regionale samenwerkingsgroepen opgezet tussen bedrijven binnen en buiten de toeristische sector, toeleveranciers en keten-partijen. Deze communities van samenwerkende partijen worden versterkt door betrokkenheid van lokale overheden, financiers en eindgebruikers (toeristen en inwoners). Door het betrekken van overheden wordt gekeken hoe gezamenlijk uitdagingen binnen bestaande regelgeving kunnen worden aangepakt. Ook wordt gezocht naar passende financieringsconstructies voor realisatie van circulaire concepten. Door deze samenwerking moet de invoering van circulariteit toenemen.
Tegelijkertijd worden lokale en regionale samenwerkingsgroepen opgezet tussen bedrijven binnen en buiten de toeristische sector, toeleveranciers en keten-partijen. Deze communities van samenwerkende partijen worden versterkt door betrokkenheid van lokale overheden, financiers en eindgebruikers (toeristen en inwoners). Door het betrekken van overheden wordt gekeken hoe gezamenlijk uitdagingen binnen bestaande regelgeving kunnen worden aangepakt. Ook wordt gezocht naar passende financieringsconstructies voor realisatie van circulaire concepten. Door deze samenwerking moet de invoering van circulariteit toenemen.
Hoewel toeristen, de eindgebruikers van het toeristisch product, niet meegenomen worden in de pilotprojecten, zullen de demonstraties hen het meeste voordeel opleveren. Op deze manier blijft de kwaliteit van hun ervaring en beleving van het gebied gewaarborgd.
'''Kennisdelen'''
Bewustwording van bedrijven in de toeristische sector over circulaire economie, nieuwe verdienmodellen en andere samenwerkingsvormen zijn belangrijke aandachtspunten binnen het project. Daarom worden opgedane best practices zowel regionaal als internationaal gedeeld en uitgewisseld op o.a. de FACET wikipagina. Hiermee wordt praktijkkennis opgebouwd en krijgen ondernemers steun bij het veranderen naar een circulaire bedrijfsvoering/circulair verdienmodel. Met het project FACET wordt bijgedragen aan het stimuleren van de toeristische onderneming om circulaire toepassingen te ontwikkelen en toe te passen.


{{Cite|resource=Resource Hyperlink 00927|name=Bekijk de FACET wikipagina voor meer informatie >>|dialog=process-linkwebsite-dialog}}
{{Cite|resource=Resource Hyperlink 00927|name=Bekijk de FACET wikipagina voor meer informatie >>|dialog=process-linkwebsite-dialog}}


'''Partners'''
==== Rol KCOI binnen FACET ====
 
Samen met de projectpartners en de experts ondersteunt KCOI toeristische ondernemers bij het implementeren van het circulaire gedachtegoed. We identificeren gezamelijk de kansen voor circulariteit, inventariseren de consequenties voor het businessmodel en volgen de resultaten mee op.  Zo leren we wat er nodig is om een circulair project tot een succes te maken: hoe samenwerkingsrelaties in de keten veranderen; hoe klant en medewerker bijdragen en ook iets terug ontvangen uit het proces; en wat het totaal aan kosten en opbrengsten is voor bedrijf, mens en milieu.   
Nederland: NV Economische Impuls Zeeland, HZ University of Applied Sciences, Camping en Villapark De Paardekreek
 
België: Westtoer, De Blauwe Cluster
 
Verenigd Koninkrijk: Greenwich University, Norfolk County Council
 
Frankrijk: Ademe, Agence de la transition écologique
 
Het project is gestart vanaf januari 2020 en loopt tot maart 2023. De totale omvang van het project bedraagt € 3.890. 351 euro.
 
'''Interreg 2 Zeeën'''


Interreg 2 Zeeën 2014-2020 is een Europees territoriaal samenwerkingsprogramma voor Engeland, Frankrijk, Nederland en België. Het Programma is medegefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO en heeft een totaalbudget van 241 miljoen euro om projecten te ondersteunen voor de periode van 2014 tot 2020. De doelstelling is het ontwikkelen van een innovatief, kennis- en onderzoeksgebaseerd, duurzaam en inclusief 2 Zeeën-gebied, waar natuurlijke hulpbronnen worden beschermd en de groene economie wordt bevorderd.
De ervaringen van een eerste groep van 10 Zeeuwse en 10 Vlaamse ondernemers worden beschreven in best practices. De eerste best practices vindt u hier [link toevoegen wanneer businessmodellen op FACET wiki staan] Deze worden actief ingezet voor de volgende lichting ondernemers die aan de slag gaat met een circulair idee. Ook gebruiken we de best practices voor inspiratiesessies richting gemeenten, ondernemers, zeeuwse burgers, studenten. Hiermee creeren een steeds bredere basis voor circulair toeristisch ondernemen in Zeeland. Aan het einde van het traject zullen we een volledig overzicht hebben van de concrete stappen die ondernemers hun samenwerkingspartners en overheden kunnen zetten om succesvol circulair te ondernemen in de toeristische sector.  


==== Rol KCOI binnen FACET ====
Wil je op de hoogte blijven van onze vorderingen of heb je zelf een circulair idee voor FACET, neem dan contact op met onze collega Mariska Polderman.  
Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren wil samen met het Kenniscentrum Kusttoerisme  een beter inzicht krijgen in circulaire economieprocessen om meerwaarde te creëren voor toerisme en de vrijetijdssector. Op basis van theorie en praktijk worden er nieuwe circulaire businessmodellen ontwikkeld en getest die geschikt zijn voor toerisme en de vrijetijdssector. Daarbij gaan we coöperatieve circulaire modellen ontwikkelen door verschillende stakeholders bij elkaar te brengen. Ons team draagt bij aan de haalbaarheid van de gevestigde circulaire businessmodellen. De haalbaarheidsstudie is een continue analyse op basis van monitoring en evaluatie die het hele FACET-project doorloopt. 


=== CBCI ===
=== CBCI ===
'''Het Europees gesubsidieerde project Circular Bio-based Construction Industry (CBCI) onderzoekt hoe we grondstoffen in de bouw efficiënter kunnen gebruiken, om daarmee de CO2-uitstoot te verminderen. Niet alleen in de bouwfase, maar gedurende de hele levenscyclus van een gebouw. Voor de transitie naar een circulaire economie wordt een integrale aanpak voor circulair en biobased bouwen ontwikkeld, die de basis vormt voor de bouwsector.'''
'''Het Europees gesubsidieerde project Circular Bio-based Construction Industry (CBCI) onderzoekt hoe we grondstoffen in de bouw efficiënter kunnen gebruiken, om daarmee de CO2-uitstoot te verminderen. Niet alleen in de bouwfase, maar gedurende de hele levenscyclus van een gebouw. Voor de transitie naar een circulaire economie wordt een integrale aanpak voor circulair en biobased bouwen ontwikkeld, die de basis vormt voor de bouwsector. Dit project is gestart in maart 2019, heeft een looptijd van drie jaar (tot september 2022).'''  


'''Circulair en biobased bouwen'''
'''Circulair en biobased bouwen'''
Regel 59: Regel 41:
Binnen het CBCI-project zorgen we voor een effectieve leerervaring en kennisdeling door alle fasen in de ontwikkelingsprocessen vast te leggen en te analyseren, bijvoorbeeld via workshops, prototyping, living labs en real-life case-studies.
Binnen het CBCI-project zorgen we voor een effectieve leerervaring en kennisdeling door alle fasen in de ontwikkelingsprocessen vast te leggen en te analyseren, bijvoorbeeld via workshops, prototyping, living labs en real-life case-studies.


Twee real-life bouwprojecten vormen de kern van het CBCI-project en dit zijn de zogenaamde living labs. Het eerste living lab is de uitbreiding van de GGZ-kliniek van de zorgorganisatie Emergis in de provincie Zeeland. De tweede is een nieuwbouw project van de KU Leuven voor de universiteitscampus in Gent, België. Sinds de start van het project zijn er cruciale keuzes gemaakt bij de aanbesteding van de living labs. Voor projectpartner Emergis (NL) werd een Design & Build-aanbesteding gekozen voor de totale renovatie en nieuwbouw, terwijl projectpartner KU Leuven (BE) alleen Design & Build heeft gekozen voor de structuur en het skelet, terwijl er voor de plug-in modules is gekozen voor lease voor de HVAC-systemen plus de sanitaire en technische installaties. Door co-creatie zullen het CBCI-team en de geselecteerde aannemers de ontwerp- en materiaalkeuzes verder uitwerken.
Twee real-life bouwprojecten vormen de kern van het CBCI-project en dit zijn de zogenaamde living labs. Het eerste living lab is de uitbreiding van de GGZ-kliniek van de zorgorganisatie Emergis in de provincie Zeeland. De tweede is een nieuwbouw project van de KU Leuven voor de universiteitscampus in Gent, België.
 
Binnen het project werken we samen met stakeholders en experts om gevelelementen te ontwikkelen die niet alleen in het lab als prototypes worden getest, maar ook daadwerkelijk binnen de Living labs worden toegepast. Het ontwerpen, testen en produceren van de prototypes vindt plaats in labs in België (WTCB), Nederland (SPARK Maker Space Lab) en het Verenigd Koninkrijk (BRE Centre for Innovative Construction Materials). Deze faciliteiten stellen onze onderzoekers in staat gebruik te maken van de modernste productietechnieken en onderzoeksfaciliteiten. Materialen die in de eerste testrondes zijn meegenomen zijn bijvoorbeeld schapenwol, hout, nabasco, metisse en gras.
 
'''Projectresultaten en tentoonstellingen'''
 
De output van het project omvat verschillende publicaties, korte films, een praktische gids en een haalbaarheidsstudie. Dit alles zal huidige en toekomstige professionals in de bouwsector inspiratie en praktische informatie bieden die ze in elke fase van hun bouwprojecten kunnen gebruiken.
 
De leerresultaten van het project en de ontwikkelde materialen zullen uiteindelijk samenkomen in een tentoonstelling georganiseerd bij Kamp C in Westerlo, België en in een mobiele tentoonstelling die naar verschillende locaties zal reizen. Om de resultaten van het project voor de lange termijn te behouden, wordt ook gewerkt aan een praktische gids en ondersteunend lesmateriaal voor professionals en studenten.
 
'''Publicatie: Vijf bouwstenen voor circulair biobased bouwen'''
 
De eerste publicatie binnen het project, de white paper “Vijf bouwstenen voor succesvolle circulaire biobased bouwinitiatieven”, is gepubliceerd in november 2020. De vijf bouwstenen die in deze white paper worden geïdentificeerd zijn Betaalbaar, Flexibel, Passief, Integraal, en Traditioneel eigenaarschap. Deze praktische white paper is gratis te downloaden in het Engels, Nederlands en Frans via de HBO-Kennisbank.
 
'''Samenwerking'''
 
In dit project werken wij als HZ University of Applied Sciences samen met 9 andere kennisinstellingen en -organisaties en ruim 20 observer partners uit Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
 
De 9 andere projectpartners zijn:
* Avans (NL)
 
* University of Bath (UK)
 
* KU Leuven (BE)
 
* Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (BE)
 
* Vlaamse Confederatie Bouw (BE)
 
* Kamp C - Provinciaal Centrum Duurzaam Bouwen & Wonen (BE)
 
* Emergis (NL)


* Provincie Zeeland (NL)
https://hz.nl/projecten/cbci


* Agrodome BV (NL)
==== Rol KCOI binnen CBCI ====
Binnen HZ University of Applied Sciences zijn betrokken: Lectoraat Biobased Bouwen (onderdeel van Centre of Expertise Biobased Economy) en Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren.
In dit project heeft KCOI samen met de andere projectleden geluisterd naar wat de grote groep van stakeholders van circulaire bio-based bouwprojecten verwachten van een gebouw. Op basis hiervan ontwikkelen we nu de richtlijnen voor overheid, onderwijs en praktijk. Richtlijnen die hen helpen om effectief de overgang te maken van een lineaire, traditionele, bouw naar een circulaire, bio-based bouw.  


'''Draag bij aan een circulaire en biobased bouwsector!'''
KCOI heeft meegewerkt aan uitgebreide case studies naar financierings mechanismen, stakeholder insights en samenwerkingsmodellen. Deze aspecten ondersteunen circulaire, bio-based activiteiten in de bouwsector. Op basis van de bevindingen is er een white paper beschikbaar. Deze beschrijft de vijf bouwstenen voor succesvolle circulaire bouwinitiatieven: betaalbaar, flexibel, passief, integraal en eigenaarschap. {{External link|resource=Resource Hyperlink 00975|name=De link naar de white paper vind je hier|dialog=process-linkwebsite-dialog}}


Onze onderzoek aanpak met een focus op ontwerpend onderzoeken kenmerkt zich door een iteratieve aanpak en de betrokkenheid van een breed scala aan stakeholders en experts. We organiseren workshops en bijeenkomsten om meer te weten te komen over alle verschillende perspectieven en proberen belanghebbenden van het project op verschillende manieren en kanalen te betrekken. U kunt zich aanmelden voor de CBCI-nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle CBCI-activiteiten. Wilt u meer betrokken worden bij dit project en weten hoe u kunt bijdragen? Neem dan contact op met het projectteam via [[Mailto:info.CBCI@avans.nl|info.CBCI@avans.nl]] of direct via een van de projectpartners.
Momenteel is KCOI betrokken bij de workshops waarin we met meerdere stakeholders de eisen voor circulaire bio-based bouwprojecten uitgebreider verkennen. Deze eisen wordt direct geimplementeerd in de pilot projecten van Emergis en de KU Leuven. Ook zullen ze een plek krijgen in een praktische gids. 


'''Ondersteuning'''
Tenslotte werken we mee aan de ontwikkeling en implementatie van lesmateriaal waarin de leerresultaten een plekje krijgen. Hiermee bereiken we een hele grote groep professionals die straks de transitie naar een duurzame bouw verder kunnen gaan versnellen. 


Het totale project heeft een looptijd van bijna 4 jaar, tot 30 september 2022. En een omvang van bijna € 7 miljoen. CBCI is een project van Interreg 2 Zeeën 2014-2020. Dit is een Europees territoriaal samenwerkingsprogramma. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is een van de financiers.
Ben je betrokken in een bouwproject en wil je samen met ons verkennen hoe circulaire, biobased materialen kunnen worden ingepast? Neem dan contact met onze collega Frank Peeters. 


=== FRESH4C's ===
=== FRESH4C's ===


De onderzoeksgroepen “Water Technology" en "Ondernemen en Innoveren" werken momenteel aan een Interreg 2 Zeeën project, genaamd FRESH4Cs; een acroniem voor alternatieve zoetwaterbronnen binnen de zoute kustgebieden. Dit project is gestart in februari 2019, heeft een looptijd van vier jaar (tot september 2022) en is onderdeel van het Interreg 2 Zeeën programma. De bedoeling van het programma is het ondersteunen en ontwikkelen van het 2 Zeeën-gebied, waar de natuurlijke hulpbronnen worden beschermd. Het FRESH4Cs-project richt zich in dit geval op de hulpbron van zoet water.
'''De onderzoeksgroepen “Water Technology" en "Ondernemen en Innoveren" werken momenteel aan een Interreg 2 Zeeën project, genaamd FRESH4Cs; een acroniem voor alternatieve zoetwaterbronnen binnen de zoute kustgebieden. Dit project is gestart in februari 2019, heeft een looptijd van vier jaar (tot september 2022) en is onderdeel van het Interreg 2 Zeeën programma. De bedoeling van het programma is het ondersteunen en ontwikkelen van het 2 Zeeën-gebied, waar de natuurlijke hulpbronnen worden beschermd. Het FRESH4Cs-project richt zich in dit geval op de hulpbron van zoet water.'''


Traditionele waterbronnen staan onder druk in de 2 Zeeën regio. Als gevolg van verzilting van het oppervlaktewater, is dit probleem nog prominenter aanwezig in de laaglandkustgebieden. Deze kustgebieden voeren grote hoeveelheden water af naar de zee op momenten van wateroverschot, bijvoorbeeld in de winter. Echter in de zomer kunnen zij droogte ervaren, of kan er zich een tekort aan zoetwatervoorziening voordoen. De zoetwatervoorziening in deze gebieden kan als een seizoensgebonden kwestie worden beschouwd. Het hoofddoel van het FRESH4Cs-project is het ontwikkelen van een duurzame zoetwatervoorziening voor het hele jaar. Dit dient oplossingen te bieden voor de verschillende watergebruikers in kustlaaglanden, en een alternatief te bieden voor het gebruik van overbelaste diepere watervoerende lagen of watervoorziening over lange afstand door pijpleidingen.
Traditionele waterbronnen staan onder druk in de 2 Zeeën regio. Als gevolg van verzilting van het oppervlaktewater, is dit probleem nog prominenter aanwezig in de laaglandkustgebieden. Deze kustgebieden voeren grote hoeveelheden water af naar de zee op momenten van wateroverschot, bijvoorbeeld in de winter. Echter in de zomer kunnen zij droogte ervaren, of kan er zich een tekort aan zoetwatervoorziening voordoen. De zoetwatervoorziening in deze gebieden kan als een seizoensgebonden kwestie worden beschouwd. Het hoofddoel van het FRESH4Cs-project is het ontwikkelen van een duurzame zoetwatervoorziening voor het hele jaar. Dit dient oplossingen te bieden voor de verschillende watergebruikers in kustlaaglanden, en een alternatief te bieden voor het gebruik van overbelaste diepere watervoerende lagen of watervoorziening over lange afstand door pijpleidingen.
Regel 115: Regel 66:
De onderzoeksgroep “Water Technology” zal verantwoordelijk zijn voor een technologiebeoordeling en het opstellen van een monitoringplan voor elke pilotlocatie, uitvoering hiervan ligt in handen van Hans Cappon en Emma McAteer. De informatie die tijdens de test- en monitoringfase is verzameld, zal worden geanalyseerd en vergeleken voor de meest praktische conclusies. De beste uitkomsten zullen worden gebruikt als basis voor de ontwikkeling van een routekaart voor een brede implementatie, wat zal worden uitgevoerd door "Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren" Ageeth van Maldegem.
De onderzoeksgroep “Water Technology” zal verantwoordelijk zijn voor een technologiebeoordeling en het opstellen van een monitoringplan voor elke pilotlocatie, uitvoering hiervan ligt in handen van Hans Cappon en Emma McAteer. De informatie die tijdens de test- en monitoringfase is verzameld, zal worden geanalyseerd en vergeleken voor de meest praktische conclusies. De beste uitkomsten zullen worden gebruikt als basis voor de ontwikkeling van een routekaart voor een brede implementatie, wat zal worden uitgevoerd door "Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren" Ageeth van Maldegem.


''Project ‘FRESH4Cs’ is gefinancierd binnen het Interreg 2 Zeeën programma, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Meer info: www.fresh4cs.eu.''
{{External link|resource=Resource Hyperlink 00737|name=www.fresh4cs.eu|dialog=process-linkwebsite-dialog}} 


==== Rol KCOI binnen FRESH4C's ====
==== Rol KCOI binnen FRESH4C's ====
De onderzoeksgroep “Water Technology” is verantwoordelijk zijn voor een technologiebeoordeling en het opstellen van een monitoringplan voor elke pilotlocatie, uitvoering hiervan ligt in handen van Hans Cappon, Bart Letterie en Emma McAteer. De informatie die tijdens de test- en monitoringfase is verzameld, zal worden geanalyseerd en vergeleken voor de meest praktische conclusies. De beste uitkomsten zullen worden gebruikt als basis voor de ontwikkeling van een routekaart voor een brede implementatie, wat wordt uitgevoerd door "Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren" Ageeth van Maldegem en Stef Bleyenberg.
Samen met de onderzoekers van VITO, VLAKWA en HZ Water Technology luisterde het Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren naar wat de brede groep van stakeholders van de pilotlocaties verwachten van alternatieve zoetwaterbronnen. Ook bracht KCOI in kaart hoe hun wensen en activiteiten zich onderling verhouden. We spraken met gebruikers zoals de landbouw, drinkwaterbedrijven en de industrie, maar ook met overheden, waterschappen en regulatoren in de regio’s van de pilot locaties in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk. Het geheel brachten we samen in rich pictures. Deze vind je hier (link toevoegen)
 
Tezamen met de resultaten van een uitgebreide desk studie, enkele enquetes en workshops zullen we rond de zomer van 2022 we een uitgebreid overzicht van stakeholder needs kunnen geven. Ook zullen we een overzicht maken van het geheel van sociaal economische factoren van invloed op het een succesvolle implementatie van alternatieve zoetwaterbronnen.   
 
Met behulp van een serie van afsluitende ‘cross-country’ workshops, zal het geheel worden samengevat in een routekaart. Dit zal toekomstige investeerders in alternatieve zoetwaterbronnen ondersteunen en zo op bredere schaal toegepast kunnen worden.  
 
Wil je op de hoogte blijven van onze vorderingen ? Of wil je graag meedenken over de implemetantie van alternatieve zoetwaterbronnen? Neem dan contact op met Stef Bleyenberg.  


Het Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren heeft relevante stakeholders rondom zoetwatermanagement in kaart gebracht en welke onderlinge relaties deze stakeholders met elkaar hebben. Samen met studenten zijn er allerlei stakeholders geïnterviewd (o.a. landbouw, industrie en overheden) in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk. Deze interviews stonden in het teken van het identificeren van behoeften en waar de kansen en barrières voor samenwerking liggen. Daarnaast zijn er vragenlijsten afgenomen over watergebruik, kennis en toepassing van innovatieve oplossingen bij landbouwers in België en het Verenigd Koninkrijk. Er wordt samengewerkt met landbouwers, industrie en drinkwaterbedrijven om best practices rondom samenwerking op te halen. 
=== Minor Innovatie in het MKB ===
=== Minor Innovatie in het MKB ===
Vanuit de literatuur weten we dat innovatoren die hun innovaties baseren op diepgaand klantinzicht tot betere marktresultaten komen. Dit komt omdat een goed inzicht in de behoeften van klanten tal van voordelen met zich meebrengt, zoals een hogere creativiteit, innovatievere oplossingen, kortere leadtime, een effectiever team, een verbeterde marketingfunctie, etc. Echter een goed inzicht in de behoeften van de klant vergt een zeker proces, met kennis en inzet van de juiste methoden, een goede R&D-marketing samenwerking, en een juiste timing. Vooral in het MKB lijkt dit nogal eens mank te lopen. Om beter te begrijpen wat er fout loopt en hoe dit verbeterd kan worden, doen we binnen de HZ continue case studie onderzoek onder de bedrijven van de Nederlandse MKB top 100 award. Het doel is om een beter inzicht krijgen in de wijze waarop MKB innovatoren gebruik maken van klantinzicht, om dan uiteindelijk een instrument te ontwikkelen waarmee klantinzichtprocessen verbeterd kunnen worden.
Vanuit de literatuur weten we dat innovatoren die hun innovaties baseren op diepgaand klantinzicht tot betere marktresultaten komen. Dit komt omdat een goed inzicht in de behoeften van klanten tal van voordelen met zich meebrengt, zoals een hogere creativiteit, innovatievere oplossingen, kortere leadtime, een effectiever team, een verbeterde marketingfunctie, etc. Echter een goed inzicht in de behoeften van de klant vergt een zeker proces, met kennis en inzet van de juiste methoden, een goede R&D-marketing samenwerking, en een juiste timing. Vooral in het MKB lijkt dit nogal eens mank te lopen. Om beter te begrijpen wat er fout loopt en hoe dit verbeterd kan worden, doen we binnen de HZ continue case studie onderzoek onder de bedrijven van de Nederlandse MKB top 100 award. Het doel is om een beter inzicht krijgen in de wijze waarop MKB innovatoren gebruik maken van klantinzicht, om dan uiteindelijk een instrument te ontwikkelen waarmee klantinzichtprocessen verbeterd kunnen worden.
Regel 137: Regel 93:
Aanmelden kan via Learn of via {{Cite|resource=Resource Hyperlink 00928|name=Kies op Maat|dialog=process-linkwebsite-dialog}}
Aanmelden kan via Learn of via {{Cite|resource=Resource Hyperlink 00928|name=Kies op Maat|dialog=process-linkwebsite-dialog}}


'''Vragen'''
Wil je meer informatie over onze minor? Neem dan contact op met onze collega Mariska Polderman.
== Regiodeal ==
KCOI helpt Dockwize in het kader van de Regio Deal om de impact van haar activiteiten (Programma’s, Events, Faciliteiten, etc.) te meten. Er zijn gesprekken gevoerd met verschillende studenten, startups en MKB’ers die gebruik maken van de aangeboden diensten in het innovatie ecosysteem van Dockwize. Op basis van deze gesprekken en gesprekken met de werknemers van Dockwize is er een impactmodel opgesteld. In het verlengde van het impactmodel worden er nu vragenlijsten gemaakt om de impact van Dockwize te kwantificeren. Daarnaast is KCOI betrokken geweest in de ontwikkeling van een aantal innovatieprogramma’s van Dockwize en worden we regelmatig ingeschakeld als experts op het gebied van impact en diepgaand klantinzicht. 


[mailto:a.van.maldegem@hz.nl a.van.maldegem@hz.nl]
Wil je meer informatie over Regiodeal? Neem dan contact op met onze collega Stef Bleyenberg!  
== Regiodeal ==
Blablabla


== Smart Services Bridge ==
== Smart Services Bridge ==
Smart Services Bridge slaat de brug tussen ondernemingen en het hoger onderwijs in de Provincies West-Vlaanderen en Zeeland en ontwikkelt synergieën die het innovatievermogen in de regio stimuleren.
'''Smart Services Bridge slaat de brug tussen ondernemingen en het hoger onderwijs in de Provincies West-Vlaanderen en Zeeland en ontwikkelt synergieën die het innovatievermogen in de regio stimuleren. Dit project is gestart in september 2019 en heeft een looptijd van drie jaar (tot augustus 2022).'''


Onder coördinatie van TUA West bouwen de projectpartners Dockwize, Howest, HZ University of Applied Sciences, OC West en VIVES een structurele samenwerking uit met het werkveld. 
Onder coördinatie van TUA West bouwen de projectpartners Dockwize, Howest, HZ University of Applied Sciences, OC West en VIVES een structurele samenwerking uit met het werkveld. 
Regel 153: Regel 109:
De trajecten bestrijken uiteenlopende onderwerpen in de domeinen Agrofood, Energie, Life sciences en gezondheid, Logistiek, Machinebouw & Mechatronica, Nieuwe Materialen. Op klankbordsessies en expertdagen worden de ervaringen gedeeld in een interregionaal kennisnetwerk.
De trajecten bestrijken uiteenlopende onderwerpen in de domeinen Agrofood, Energie, Life sciences en gezondheid, Logistiek, Machinebouw & Mechatronica, Nieuwe Materialen. Op klankbordsessies en expertdagen worden de ervaringen gedeeld in een interregionaal kennisnetwerk.


https://ssbridge.eu/
==== Rol KCOI binnen Smart Services Bridge ====
KCOI werkt samen met HZ Nexus en Dockwize om ondernemers in Zeeland en Vlaanderen te ondersteunen met hun vragen over nieuwe businessmodellen, klantinzicht en impact. Zo werd voor Fysiosoft bekeken hoe Fylm sneller geadopteerd en geïmplementeerd kan worden door zorginstellingen. In een ander traject wordt de impact gemeten van Lekkerder bij de Boer – een online platform waarop direct bij de boer besteld kan worden. Voor Optimedic wordt bekeken welke landen het meest aantrekkelijk zijn voor een marktintroductie van hun nieuwe innovatie. 
Wil je op de hoogte blijven van onze vorderingen of wil je zelf een traject inbrengen voor Smart Services Bridge? Neem dan contact op met onze collega Mariska Polderman.
{{Light Context
{{Light Context
|Supercontext=PR 00143
|Supercontext=PR 00143
Regel 159: Regel 120:
|Sequence number=2
|Sequence number=2
|Context type=Situation
|Context type=Situation
|Heading=Actueel
|Heading=Projecten
|Show referred by=Nee
|Show referred by=Nee
|Referred by text=Hier wordt aan gewerkt of naar verwezen door:
|Referred by text=Hier wordt aan gewerkt of naar verwezen door:

Huidige versie van 26 jul 2021 om 11:19

HZ Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren is de kennispartner op het gebied van het verbeteren van klantinzichten en het realiseren van impact. Wij delen naast onze kennis ook graag publicaties, activiteiten en nieuwsberichten van andere partners.

Bekijk hier het laatste nieuws!

FACET

Het Interreg 2 Zeeën project FACET wil ondernemers in de toeristische sector stimuleren circulaire oplossingen toe te passen binnen hun bedrijf, zodat er nieuwe duurzame verdienmodellen ontstaan. Met een sterk consortium van projectpartners uit België, Nederland, Frankrijk en Engeland wordt geëxperimenteerd met circulaire toepassingen op het gebied van accommodaties, afvalreductie, verpakkingen, energie, water en gezamenlijke inkoop. Dit project is gestart in januari 2020, heeft een looptijd van drie jaar (tot maart 2023).

De 2 Zeeënregio (langs het Kanaal en de Noordzee van België, Engeland, Frankrijk en Nederland) is van oudsher een toeristische bestemming met een sterke impact op de regionale economie. Volgens de VN-Wereldtoerisme organisatie zal het toerisme in deze regio met 5 % tot 8 % toenemen in de periode van 2010 - 2050. Maar toerisme brengt ook massaconsumptie van grondstoffen met zich mee. Wereldwijd groeit deze massaproductie met 92% waterverbruik en 189% landgebruik (Tourism Watch). Hierdoor ontstaat druk op de reeds beperkte grondstoffen in de regio, waar industrie, landbouw en toerisme op concurreren.

Het is duidelijk dat hier gezocht moet worden naar een circulaire oplossing, om te zorgen dat toerisme economisch gunstig blijft. De corona crisis verplicht momenteel velen om stil te staan. Een mooi moment om te kijken hoe we onze maatschappij en economie hebben ingericht en hoe we onze systemen na de crisis willen opbouwen.

Meerdere kleine pilots

Verspreid over het 2 Zeeën gebied, ontwikkelt FACET lokaal diverse praktische, laagdrempelige en kleinschalige pilot- en demonstratieprojecten. Op die manier kunnen ondernemers praktische kennis en ervaring opdoen om businessmodellen circulair te maken. Er wordt vanuit FACET expertise en ondersteuning geboden bij het opzetten van deze pilots.

Samenwerkingsgroepen

Tegelijkertijd worden lokale en regionale samenwerkingsgroepen opgezet tussen bedrijven binnen en buiten de toeristische sector, toeleveranciers en keten-partijen. Deze communities van samenwerkende partijen worden versterkt door betrokkenheid van lokale overheden, financiers en eindgebruikers (toeristen en inwoners). Door het betrekken van overheden wordt gekeken hoe gezamenlijk uitdagingen binnen bestaande regelgeving kunnen worden aangepakt. Ook wordt gezocht naar passende financieringsconstructies voor realisatie van circulaire concepten. Door deze samenwerking moet de invoering van circulariteit toenemen.

Bekijk de FACET wikipagina voor meer informatie >>

Rol KCOI binnen FACET

Samen met de projectpartners en de experts ondersteunt KCOI toeristische ondernemers bij het implementeren van het circulaire gedachtegoed. We identificeren gezamelijk de kansen voor circulariteit, inventariseren de consequenties voor het businessmodel en volgen de resultaten mee op.  Zo leren we wat er nodig is om een circulair project tot een succes te maken: hoe samenwerkingsrelaties in de keten veranderen; hoe klant en medewerker bijdragen en ook iets terug ontvangen uit het proces; en wat het totaal aan kosten en opbrengsten is voor bedrijf, mens en milieu.   

De ervaringen van een eerste groep van 10 Zeeuwse en 10 Vlaamse ondernemers worden beschreven in best practices. De eerste best practices vindt u hier [link toevoegen wanneer businessmodellen op FACET wiki staan] Deze worden actief ingezet voor de volgende lichting ondernemers die aan de slag gaat met een circulair idee. Ook gebruiken we de best practices voor inspiratiesessies richting gemeenten, ondernemers, zeeuwse burgers, studenten. Hiermee creeren een steeds bredere basis voor circulair toeristisch ondernemen in Zeeland. Aan het einde van het traject zullen we een volledig overzicht hebben van de concrete stappen die ondernemers hun samenwerkingspartners en overheden kunnen zetten om succesvol circulair te ondernemen in de toeristische sector.  

Wil je op de hoogte blijven van onze vorderingen of heb je zelf een circulair idee voor FACET, neem dan contact op met onze collega Mariska Polderman.

CBCI

Het Europees gesubsidieerde project Circular Bio-based Construction Industry (CBCI) onderzoekt hoe we grondstoffen in de bouw efficiënter kunnen gebruiken, om daarmee de CO2-uitstoot te verminderen. Niet alleen in de bouwfase, maar gedurende de hele levenscyclus van een gebouw. Voor de transitie naar een circulaire economie wordt een integrale aanpak voor circulair en biobased bouwen ontwikkeld, die de basis vormt voor de bouwsector. Dit project is gestart in maart 2019, heeft een looptijd van drie jaar (tot september 2022).

Circulair en biobased bouwen

De bouw is een grootverbruiker van materialen en is verantwoordelijk voor ongeveer 33% van de totale CO2-uitstoot. Momenteel zijn de gebruikte componenten en materialen vaak niet aanpasbaar tijdens de levenscyclus. En zijn ze ook niet gemaakt van hernieuwbare, biobased materialen. Dit komt omdat de meeste bouwprojecten nog steeds op een lineaire manier zijn ontworpen, wat hergebruik van materiaal bemoeilijkt. Een transitie van de huidige ‘lineaire bouw’ naar een biobased, circulaire bouw is noodzakelijk.

Integrale aanpak

Om circulair en biobased bouwen te kunnen realiseren is een integrale aanpak nodig waarin processen, disciplines, bedrijven en wet- en regelgeving veranderd moeten worden. Dit betekent dat bestaande rollen van belanghebbenden in de bouwsector zullen veranderen en nieuwe rollen nodig zijn. We ontwikkelen binnen CBCI een aanpak die samenhang garandeert tussen technische, juridische en sociale aspecten, en businessmodellen om biobased en circulair te kunnen ontwerpen en bouwen. De insteek is dat wat wij ontwikkelen vervolgens op industriële schaal gemaakt kan worden.

Living labs, prototyping, en real life toepassingen

Binnen het CBCI-project zorgen we voor een effectieve leerervaring en kennisdeling door alle fasen in de ontwikkelingsprocessen vast te leggen en te analyseren, bijvoorbeeld via workshops, prototyping, living labs en real-life case-studies.

Twee real-life bouwprojecten vormen de kern van het CBCI-project en dit zijn de zogenaamde living labs. Het eerste living lab is de uitbreiding van de GGZ-kliniek van de zorgorganisatie Emergis in de provincie Zeeland. De tweede is een nieuwbouw project van de KU Leuven voor de universiteitscampus in Gent, België.

https://hz.nl/projecten/cbci

Rol KCOI binnen CBCI

In dit project heeft KCOI samen met de andere projectleden geluisterd naar wat de grote groep van stakeholders van circulaire bio-based bouwprojecten verwachten van een gebouw. Op basis hiervan ontwikkelen we nu de richtlijnen voor overheid, onderwijs en praktijk. Richtlijnen die hen helpen om effectief de overgang te maken van een lineaire, traditionele, bouw naar een circulaire, bio-based bouw.  

KCOI heeft meegewerkt aan uitgebreide case studies naar financierings mechanismen, stakeholder insights en samenwerkingsmodellen. Deze aspecten ondersteunen circulaire, bio-based activiteiten in de bouwsector. Op basis van de bevindingen is er een white paper beschikbaar. Deze beschrijft de vijf bouwstenen voor succesvolle circulaire bouwinitiatieven: betaalbaar, flexibel, passief, integraal en eigenaarschap. De link naar de white paper vind je hier

Momenteel is KCOI betrokken bij de workshops waarin we met meerdere stakeholders de eisen voor circulaire bio-based bouwprojecten uitgebreider verkennen. Deze eisen wordt direct geimplementeerd in de pilot projecten van Emergis en de KU Leuven. Ook zullen ze een plek krijgen in een praktische gids. 

Tenslotte werken we mee aan de ontwikkeling en implementatie van lesmateriaal waarin de leerresultaten een plekje krijgen. Hiermee bereiken we een hele grote groep professionals die straks de transitie naar een duurzame bouw verder kunnen gaan versnellen. 

Ben je betrokken in een bouwproject en wil je samen met ons verkennen hoe circulaire, biobased materialen kunnen worden ingepast? Neem dan contact met onze collega Frank Peeters. 

FRESH4C's

De onderzoeksgroepen “Water Technology" en "Ondernemen en Innoveren" werken momenteel aan een Interreg 2 Zeeën project, genaamd FRESH4Cs; een acroniem voor alternatieve zoetwaterbronnen binnen de zoute kustgebieden. Dit project is gestart in februari 2019, heeft een looptijd van vier jaar (tot september 2022) en is onderdeel van het Interreg 2 Zeeën programma. De bedoeling van het programma is het ondersteunen en ontwikkelen van het 2 Zeeën-gebied, waar de natuurlijke hulpbronnen worden beschermd. Het FRESH4Cs-project richt zich in dit geval op de hulpbron van zoet water.

Traditionele waterbronnen staan onder druk in de 2 Zeeën regio. Als gevolg van verzilting van het oppervlaktewater, is dit probleem nog prominenter aanwezig in de laaglandkustgebieden. Deze kustgebieden voeren grote hoeveelheden water af naar de zee op momenten van wateroverschot, bijvoorbeeld in de winter. Echter in de zomer kunnen zij droogte ervaren, of kan er zich een tekort aan zoetwatervoorziening voordoen. De zoetwatervoorziening in deze gebieden kan als een seizoensgebonden kwestie worden beschouwd. Het hoofddoel van het FRESH4Cs-project is het ontwikkelen van een duurzame zoetwatervoorziening voor het hele jaar. Dit dient oplossingen te bieden voor de verschillende watergebruikers in kustlaaglanden, en een alternatief te bieden voor het gebruik van overbelaste diepere watervoerende lagen of watervoorziening over lange afstand door pijpleidingen.

In het project worden vijf pilotlocaties opgezet in Nederland, België en Groot-Brittannië om alternatieve methoden voor zoetwatervoorziening te installeren en te testen. De verschillende methoden zijn onder meer het beheerst opladen, opslaan en herverdelen van de watervoerende bodemlaag. De pilotlocaties zullen lokale betrokkenen op het gebied van water ten goede komen. Denk hierbij aan waterbeheerders (overheid of particulier), waterbedrijven en watergebruikers zoals de boeren, het toerisme en de drinkwaterproductie. De samenwerkende partners binnen dit project zijn; VITO Vlakwa, IWVA en VLM uit België, Suffolk County Council, Felixstowe HydroCycle Ltd en University of East Anglia in Groot-Brittannië en Dow Benelux B.V. en HZ University of Applied Sciences in Nederland.

De onderzoeksgroep “Water Technology” zal verantwoordelijk zijn voor een technologiebeoordeling en het opstellen van een monitoringplan voor elke pilotlocatie, uitvoering hiervan ligt in handen van Hans Cappon en Emma McAteer. De informatie die tijdens de test- en monitoringfase is verzameld, zal worden geanalyseerd en vergeleken voor de meest praktische conclusies. De beste uitkomsten zullen worden gebruikt als basis voor de ontwikkeling van een routekaart voor een brede implementatie, wat zal worden uitgevoerd door "Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren" Ageeth van Maldegem.

www.fresh4cs.eu

Rol KCOI binnen FRESH4C's

Samen met de onderzoekers van VITO, VLAKWA en HZ Water Technology luisterde het Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren naar wat de brede groep van stakeholders van de pilotlocaties verwachten van alternatieve zoetwaterbronnen. Ook bracht KCOI in kaart hoe hun wensen en activiteiten zich onderling verhouden. We spraken met gebruikers zoals de landbouw, drinkwaterbedrijven en de industrie, maar ook met overheden, waterschappen en regulatoren in de regio’s van de pilot locaties in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk. Het geheel brachten we samen in rich pictures. Deze vind je hier (link toevoegen)

Tezamen met de resultaten van een uitgebreide desk studie, enkele enquetes en workshops zullen we rond de zomer van 2022 we een uitgebreid overzicht van stakeholder needs kunnen geven. Ook zullen we een overzicht maken van het geheel van sociaal economische factoren van invloed op het een succesvolle implementatie van alternatieve zoetwaterbronnen.   

Met behulp van een serie van afsluitende ‘cross-country’ workshops, zal het geheel worden samengevat in een routekaart. Dit zal toekomstige investeerders in alternatieve zoetwaterbronnen ondersteunen en zo op bredere schaal toegepast kunnen worden.  

Wil je op de hoogte blijven van onze vorderingen ? Of wil je graag meedenken over de implemetantie van alternatieve zoetwaterbronnen? Neem dan contact op met Stef Bleyenberg.

Minor Innovatie in het MKB

Vanuit de literatuur weten we dat innovatoren die hun innovaties baseren op diepgaand klantinzicht tot betere marktresultaten komen. Dit komt omdat een goed inzicht in de behoeften van klanten tal van voordelen met zich meebrengt, zoals een hogere creativiteit, innovatievere oplossingen, kortere leadtime, een effectiever team, een verbeterde marketingfunctie, etc. Echter een goed inzicht in de behoeften van de klant vergt een zeker proces, met kennis en inzet van de juiste methoden, een goede R&D-marketing samenwerking, en een juiste timing. Vooral in het MKB lijkt dit nogal eens mank te lopen. Om beter te begrijpen wat er fout loopt en hoe dit verbeterd kan worden, doen we binnen de HZ continue case studie onderzoek onder de bedrijven van de Nederlandse MKB top 100 award. Het doel is om een beter inzicht krijgen in de wijze waarop MKB innovatoren gebruik maken van klantinzicht, om dan uiteindelijk een instrument te ontwikkelen waarmee klantinzichtprocessen verbeterd kunnen worden.

Onderwerpen en projecten

  • Ontwikkelen van instrumenten om tot innovaties met een sterke product - markt fit te komen
  • Ontwikkelen van impact modellen voor nieuwe innovaties
  • Ontwikkelen van verbeteracties in nauwe samenwerking met innovatieteam-actoren
  • Ontwikkelen van vaardigheden als change making en onderzoekend vermogen in een praktijkgericht onderzoeksproject

Deelnemen

Deelnemen aan de minor Becoming Fit for the Future - Innovatie in het MKB kan van september tot januari of februari tot juni (30 EC).

Aanmelden

Aanmelden kan via Learn of via Kies op Maat

Wil je meer informatie over onze minor? Neem dan contact op met onze collega Mariska Polderman.

Regiodeal

KCOI helpt Dockwize in het kader van de Regio Deal om de impact van haar activiteiten (Programma’s, Events, Faciliteiten, etc.) te meten. Er zijn gesprekken gevoerd met verschillende studenten, startups en MKB’ers die gebruik maken van de aangeboden diensten in het innovatie ecosysteem van Dockwize. Op basis van deze gesprekken en gesprekken met de werknemers van Dockwize is er een impactmodel opgesteld. In het verlengde van het impactmodel worden er nu vragenlijsten gemaakt om de impact van Dockwize te kwantificeren. Daarnaast is KCOI betrokken geweest in de ontwikkeling van een aantal innovatieprogramma’s van Dockwize en worden we regelmatig ingeschakeld als experts op het gebied van impact en diepgaand klantinzicht. 

Wil je meer informatie over Regiodeal? Neem dan contact op met onze collega Stef Bleyenberg!  

Smart Services Bridge

Smart Services Bridge slaat de brug tussen ondernemingen en het hoger onderwijs in de Provincies West-Vlaanderen en Zeeland en ontwikkelt synergieën die het innovatievermogen in de regio stimuleren. Dit project is gestart in september 2019 en heeft een looptijd van drie jaar (tot augustus 2022).

Onder coördinatie van TUA West bouwen de projectpartners Dockwize, Howest, HZ University of Applied Sciences, OC West en VIVES een structurele samenwerking uit met het werkveld. 

SSB wil ondernemingen helpen innoveren en biedt daartoe een tweeledig begeleidingstraject aan.

  • Enerzijds worden innovatietrajecten opgezet met Howest, HZ University of Applied Sciences en VIVES waarbij ondernemingen ondersteuning krijgen van een hogeschool bij de ontwikkeling of optimalisatie van een product of dienst.
  • Aanvullend hierop kunnen ze een valorisatietraject doorlopen bij Dockwize en OC West om de innovaties die werden ontwikkeld efficiënt en succesvol te implementeren en om te kunnen groeien.

De trajecten bestrijken uiteenlopende onderwerpen in de domeinen Agrofood, Energie, Life sciences en gezondheid, Logistiek, Machinebouw & Mechatronica, Nieuwe Materialen. Op klankbordsessies en expertdagen worden de ervaringen gedeeld in een interregionaal kennisnetwerk.

https://ssbridge.eu/

Rol KCOI binnen Smart Services Bridge

KCOI werkt samen met HZ Nexus en Dockwize om ondernemers in Zeeland en Vlaanderen te ondersteunen met hun vragen over nieuwe businessmodellen, klantinzicht en impact. Zo werd voor Fysiosoft bekeken hoe Fylm sneller geadopteerd en geïmplementeerd kan worden door zorginstellingen. In een ander traject wordt de impact gemeten van Lekkerder bij de Boer – een online platform waarop direct bij de boer besteld kan worden. Voor Optimedic wordt bekeken welke landen het meest aantrekkelijk zijn voor een marktintroductie van hun nieuwe innovatie.  Wil je op de hoogte blijven van onze vorderingen of wil je zelf een traject inbrengen voor Smart Services Bridge? Neem dan contact op met onze collega Mariska Polderman.























Referenties