LC 00688: verschil tussen versies

(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Light Context |Supercontext=LC_00686 |Topcontext=PR 00329 |Toppage=Other |Sequence number=100000 |Sequence numbers=; |Context type=Situation |Heading=Nieuwe pagin...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Uitzetten groeilijn met wier.jpg|gecentreerd|miniatuur|800x800px|Figuur 1: Het aanbrengen van een kweeklijn met bruinwier in de Mattenhaven in de Oosterschelde (foto: Niels Wagenaar).]]
In jaar 1 vinden de volgende onderzoeken plaats:
* Karakterisering drie verschillende productielocaties door gerichte monitoring. Gericht op lichtklimaat, pH, verblijftijden water (stroming), beschikbaarheid nutriënten (concentratie en fluxen opgelost N, P ), beschikbaarheid van microalgen (concentratie en fluxen);
* Temporele variatie (over periode oktober – mei) met behulp van sensoren voor pH, stroming, turbiditeit en chlorophyll (als maat voor algen). Per locatie 2 -3 sensoren = 7 in totaal
* Ruimtelijke variatie: in x/y richting bijvoorbeeld tussen zeewier en tussen mosselen, in z-richting (op verschillende dieptes) voor nutriënten, verblijftijden (stroming) en ijking van pH, turbiditeit en algenconcentraties. In drie  meetcampagnes (november, maart, april/mei (vlak voor oogst)) wordt de ruimtelijke variatie over een getijcyclus van 12 uur (indien relevant) op een productielocatie bepaald;
* Op verschillende lijnen wordt tijdstip (van begin oktober – begin november) van uithangen van zeewier gevarieerd (verschillende groottes uitgangsmateriaal);
* Productiviteit van mosselen en zeewier wordt bepaald (opbrengst per strekkende meter als gemiddelde van random gekozen 8X50 cm). 
{{Light Context
{{Light Context
|Supercontext=LC_00686
|Supercontext=LC_00686
Regel 6: Regel 15:
|Sequence numbers=;
|Sequence numbers=;
|Context type=Situation
|Context type=Situation
|Heading=Nieuwe pagina
|Heading=Onderzoek in fase 1
|Show edit button=Ja
|Show edit button=Ja
|Show VE button=Ja
|Show VE button=Ja
|Show title=Ja
|Show title=Ja
}}
}}

Huidige versie van 16 feb 2021 om 10:04

Figuur 1: Het aanbrengen van een kweeklijn met bruinwier in de Mattenhaven in de Oosterschelde (foto: Niels Wagenaar).

In jaar 1 vinden de volgende onderzoeken plaats:

  • Karakterisering drie verschillende productielocaties door gerichte monitoring. Gericht op lichtklimaat, pH, verblijftijden water (stroming), beschikbaarheid nutriënten (concentratie en fluxen opgelost N, P ), beschikbaarheid van microalgen (concentratie en fluxen);
  • Temporele variatie (over periode oktober – mei) met behulp van sensoren voor pH, stroming, turbiditeit en chlorophyll (als maat voor algen). Per locatie 2 -3 sensoren = 7 in totaal
  • Ruimtelijke variatie: in x/y richting bijvoorbeeld tussen zeewier en tussen mosselen, in z-richting (op verschillende dieptes) voor nutriënten, verblijftijden (stroming) en ijking van pH, turbiditeit en algenconcentraties. In drie meetcampagnes (november, maart, april/mei (vlak voor oogst)) wordt de ruimtelijke variatie over een getijcyclus van 12 uur (indien relevant) op een productielocatie bepaald;
  • Op verschillende lijnen wordt tijdstip (van begin oktober – begin november) van uithangen van zeewier gevarieerd (verschillende groottes uitgangsmateriaal);
  • Productiviteit van mosselen en zeewier wordt bepaald (opbrengst per strekkende meter als gemiddelde van random gekozen 8X50 cm).