LC 00150: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
|'''Technologie''' | |'''Technologie''' | ||
|'''Investeringskosten per ha (incl. btw)''' | |'''Investeringskosten per ha (incl. btw)''' | ||
|'''Toelichting belangrijkste verschil tussen min en max:''' | |'''Toelichting belangrijkste verschil tussen min en max:''' | ||
|- | |- | ||
|Freshmaker | |Freshmaker | ||
|€ 3700 – 5200 | |€ 3700 – 5200 | ||
|Aanwezigheid stroomvoorziening (kostenbesparing); | |Aanwezigheid stroomvoorziening (kostenbesparing); | ||
Ondiepe HDDW vervangen door diepdrain (kostenbesparing); | Ondiepe HDDW vervangen door diepdrain (kostenbesparing); | ||
Regel 23: | Regel 21: | ||
|KIS | |KIS | ||
|€ 2900 – 5000 | |€ 2900 – 5000 | ||
|Aanwezigheid stroomvoorziening (kostenbesparing) | |Aanwezigheid stroomvoorziening (kostenbesparing) | ||
|- | |- | ||
|D2B | |D2B | ||
|€ 2400 – 3100 | |€ 2400 – 3100 | ||
|Kleinere drain afstanden: als je de nieuwe drainage tussen de oude drainage kunt aanleggen leidt dit tot een aanzienlijke kostenbesparing. | |Kleinere drain afstanden: als je de nieuwe drainage tussen de oude drainage kunt aanleggen leidt dit tot een aanzienlijke kostenbesparing. | ||
|} | |} |
Versie van 4 jan 2018 10:51
De bedrijfseconomische perspectieven van de drie GO-FRESH concepten verschillen per agrarische sector. Voor fruittelers is de Freshmaker interessant, mede omdat de techniek goed te combineren is met fertigatie. Het extra ondergronds opgeslagen water is voor fruittelers ook te gebruiken voor nachtvorstbestrijding. Kreekrug Infiltratie (KIS) en Drains2buffer (D2B) zijn met name interessant voor akker- en tuinbouwbedrijven. KIS kan ook toegepast worden in de fruitteelt. Er zijn bij alle concepten kostenbesparingen mogelijk. Wanneer waterconservering in de bodem (D2B) of ondergrondse opslag (KIS, Freshmaker) slim gecombineerd wordt met aanpassingen in de gewaskeuze (akkerbouw, tuinbouw) of aanleg van fruitpercelen dan kan de investering in extra zoetwater zich sneller terugverdienen.
Investeringskosten
Dit betreft de kosten om een goed functionerend systeem voor tijdelijke ondergrondse wateropslag aan te leggen op een perceel. In de gepresenteerde kengetallen (tabel 1) is bij alle concepten rekening gehouden met eventueel noodzakelijk vooronderzoek en advies of en hoe aanleg op het perceel mogelijk is (denk aan bijvoorbeeld Sondering). De inschatting van de investeringskosten houden ook rekening met de kosten van voorzuivering (Freshmaker) en de kosten van een vergunningaanvraag (indien van toepassing).
De investeringskosten zijn vaak mede afhankelijk van beschikbare stroomvoorziening, mogelijkheden om water aan te voeren, aanwezige infrastructuur voor water onttrekking (diepdrains e.d.) en tijdelijke bovengrondse opslag mogelijkheden (bassin, beregeningskelder). Daarnaast is de investering in de toepassingen (per hectare) vaak relatief goedkoper voor grotere percelen. De investeringskosten kunnen dus per bedrijf verschillen en daarom worden de kostenkengetallen in tabel 1 in bandbreedtes weergegeven.
Tabel 1, Indicaties van investeringskosten (exclusief rente en aflossing); gebaseerd op de factuurgegevens en dimensionering GO-FRESH proeven, inclusief 21% btw.
Technologie | Investeringskosten per ha (incl. btw) | Toelichting belangrijkste verschil tussen min en max: |
Freshmaker | € 3700 – 5200 | Aanwezigheid stroomvoorziening (kostenbesparing);
Ondiepe HDDW vervangen door diepdrain (kostenbesparing); In de kostprijsberekening is aangenomen dat een wateropslag van 10.000 m3 technisch mogelijk is (zonder bandbreedte). |
KIS | € 2900 – 5000 | Aanwezigheid stroomvoorziening (kostenbesparing) |
D2B | € 2400 – 3100 | Kleinere drain afstanden: als je de nieuwe drainage tussen de oude drainage kunt aanleggen leidt dit tot een aanzienlijke kostenbesparing. |
Operationele kosten
Dit betreffen de kosten van periodiek onderhoud en jaarlijkse vergunningskosten (indien van toepassing, bijvoorbeeld een monitoringsverplichting). Daarnaast kunnen er gebruik gebonden kosten zijn die van jaar tot jaar kunnen verschillen, afhankelijk van onder meer de weeromstandigheden of gewaskeuze. Hoe de operationele en gebruikgebonden kosten in de praktijk precies gaan uitvallen zal zich deels nog moeten uitwijzen.
Tabel 2, Indicaties van de jaarlijkse operationele kosten (exclusief rente en aflossing)
Technologie | Operationele kosten | Kengetal voor toepassing van 1 installatie op een perceel van 10-15 hectare |
Freshmaker | Electra:
Drains doorspuiten (3x op levensduur, 15ha) Vergunning (Eurofins) |
400 € jr-1 (bron: expertoordeel)
300 € jr-1 (uitbesteed omgeslagen op de levensduur) 500 € jr-1 |
KIS | Electra:
Drains doorspuiten (3x op de levensduur, 12 ha) Vergunningskosten |
1500 € jr-1 (bron: factuur pilot)
300 € jr-1 (uitbesteed omgeslagen op de levensduur) alleen bij aanleg (meegenomen in startinvestering) |
D2B | Drains doorspuiten (3x op de levensduur) | 300 € jr-1 (uitbesteed omgeslagen op de levensduur) |
Rente en aflossing
Bij de bepaling van de kosten op jaarbasis, kunnen de investeringskosten over een aantal jaren worden uitgespreid (afschrijftijd). In tabel 3 (kosten op jaarbasis) en tabel 1 (kosten per kuub) is gerekend met een rentevoet van 2% en een afschrijftermijn van 15 jaar (KIS/D2B) en 20 jaar (Freshmaker), gebaseerd op de ingeschatte technische levensduur . Met de Rekentool kunt u hier zelf keuzes in maken.
Tabel 3, Kosten op jaarbasis voor de 3 pilots, hierbij is rekening gehouden met afschrijving (15 jr en 20 jr, Freshmaker), rente (2%) en operationele kosten.
Kostenbesparingsmogelijkheden
Tabel 4, Kostenbesparingsmogelijkheden
Technologie | |
Freshmaker | - Aanwezigheid opslag (bassin);
- Stroomvoorziening aanwezig; - Plaatsing in bestaande loods ipv plaatsing in container; - Met meerdere bedrijven aanleggen en onderhouden; |
KIS | - Aanwezigheid opslag (beregeninskelder, bassin)
- Aanwezigheid peilgestuurde drainage - Stroomvoorziening aanwezig |
D2B | - Aanwezigheid drainage
- Aanwezigheid peilgestuurde drainage - Met meerdere bedrijven aanleggen en onderhouden |
Subsidiemogelijkheden
Als ondernemer kunt u financieel voordelig investeren in milieuvriendelijke apparatuur door gebruik te maken van de volgende regelingen: (1) Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) of (2) Regeling Milieu-investeringsaftrek (MIA). De investeringen die hiervoor in aanmerking komen staan vermeld op de zogeheten Milieulijst. De ministeries van IenM en Financiën zijn verantwoordelijk voor de MIA- en de Vamil-regeling. De Belastingdienst en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voeren de regelingen uit. De volgende agrarische activiteiten komen in aanmerking: (a) technieken voor duurzaam watergebruik in de glastuinbouw, (b) milieuvriendelijke technieken in de boomteelt en fruitteelt. De Freshmaker komt in aanmerking voor VAMIL ren MIA.
- De Vamil biedt de mogelijkheid 75% van een investering op een willekeurig moment af te schrijven. Hoe snel of langzaam u afschrijft, bepaalt u dan zelf. Het is zelfs mogelijk om 75% van de investering al in het jaar van aanschaf af te schrijven. De overige 25% schrijft u wel regulier af;
- Met de MIA kunt u profiteren van een extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst; bovenop de andere fiscale aftrekmogelijkheden zoals de willekeurige afschrijving, afhankelijk van het type maatregel mag u 13,5%, 27% of 36% van het investeringsbedrag extra ten laste worden gebracht van de winst over het kalenderjaar waarin het bedrijfsmiddel is aangeschaft. U betaalt minder belasting.
KIS, Freshmaker en D2B kunnen ook in aanmerking komen voor de (3) Europese POP subsidie. De mogelijkheden daartoe verschillen per provincie. Ook zijn er soms (4) lokale stimuleringsregelingen vanuit provincies of waterschappen. Waterschap Regge en Dinkel heeft in het verleden bijvoorbeeld subsidie verleend aan boeren om peil gestuurde drainage aan te leggen ten bate van naastgelegen natuurgebieden (bovenwettelijke investering). Waterschap Rivierenland is ook bezig met de ontwikkeling van een stimuleringsregeling voor innovatieve maatregelen in de agrarische sector gericht op waterbesparing binnen het kader van het Deltaprogramma.
Meekoppelkansen
Freshmaker | - Extra water voor nachtvorstbestrijding;
- Te combineren met druppelirrigatie en fertigatie. |
KIS/D2B | - Peilgestuurde drainagesysteem is ook te gebruiken bij wateroverlast;
- In het voorjaar kan met het peilgestuurde drainagesysteem het peil worden opgezet ten bate van de teelt, waarmee beregening kan worden uitgesteld; - Uitspoeling nutriënten reguleren; - Tegengaan van droogtestress bij de gewassen door ‘water conservation” (vasthouden van grondwater); - Combineren met wensen over peil in aanliggende natuurgebieden. |
Baten
Er zijn significante baten te realiseren met deze drie technieken in termen van, gemiddeld, extra beschikbaar zoetwater (in m3 jaar-1) en het deels voorkomen van droogte en zoutschade (gewasopbrengst) in matig droge (1996) tot droge zomers (2003). In extreem droge zomers (a la 1976) zijn, ook met extra zoetwatervoorziening, grote opbrengstdervingen onvermijdelijk. Indien extra zoetwatervoorziening met de GO-FRESH concepten gecombineerd wordt met een gewijzigd bouwplan kan de netto meer opbrengst van de toepassing toenemen. Ook is het lastig om aan te geven in hoeverre de gerealiseerde gewasopbrengst, c.q. vermeden opbrengstreductie, direct toe te schrijven is aan extra beschikbaar zoet water.
Rekentool
Hoe het totale financiële plaatje eruit ziet in termen van jaarlijkse netto meeropbrengst (€ ha-1 jr-1), jaarlijkse kasstromen, startinvestering, jaarlijks operationele kosten, rente en aflossing zijn zeer afhankelijk van uw bedrijfskarakteristieken, de rekentool biedt extra inzicht. Met de rekentool, kunt u zelf een afschrijftermijn en rentevoet kiezen, die beter passen bij uw situatie. De Rekentool geeft u de mogelijkheid om een eerste gevoel te krijgen over de orde/grootte van de kosten. Een gesprek met een adviseur is altijd noodzakelijk om beter grip te krijgen op de kosten.
Meer informatie over bedrijfseconomische aspecten van zoetwatervoorziening:
Tolk, L. 2013. Zoetwater verhelderd. Maatregelen voor zoetwater zelfvoorzienendheid in beeld. ACACIA-Water / Kennis voor Klimaat, Gouda, p. 80
Jeuken, A., L. Tolk, L. C. P. M. Stuyt, J. Delsman, P. G. B. de Louw, E. van Baaren, and M. Paalman. 2015. Kleinschalige oplossingen voor een robuustere regionale zoetwatervoorziening: zelfvoorzienendheid in zoetwater: zoek de mogelijkheden. STOWA, Amersfoort, p. 62.
Veraart, J. A., R. van Duinen, and J. Vreke. 2017. Evaluation of Socio-Economic Factors that Determine Adoption of Climate Compatible Freshwater Supply Measures at Farm Level: a Case Study in the Southwest Netherlands. Water Resour Manag 31: 587-608.