LC 00123: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 29: Regel 29:
{{Light Context
{{Light Context
|Supercontext=LC 00186,
|Supercontext=LC 00186,
|Topcontext=PR SSM 00008
|Topcontext=PR SSM 00007
|Heading=Procesbegeleiding PLG
|Heading=Procesbegeleiding PLG
}}
}}

Versie van 19 apr 2017 13:37

Doelstelling, ambitie, missie

De facilitator maakt helder wat effectieve spelregels zijn in de PLG. Of nog beter: laat de groep zelf de regels bepalen. Rol van de facilitator kan ook zijn: meer-wetende partner en op spaarzame momenten interventies doen om de groep gaande te houden.

Rol en verantwoordelijkheden van de procesbegeleider

  • Interventie door de begeleider kan variëren in intensiteit, frequentie waarbij doel/criterium steeds is: eigenaarschap ligt bij de groep;
  • Over het algemeen begeleidt de OM-er het PLG-proces en de HZ-Pabo-docent de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden. In de praktijk blijkt dat een goede combinatie;
  • Raak de juiste snaar bij de deelnemers: mensen met gezonde tegenzin worden enthousiast, "leren is op deze manier veel leuker" (eigenaarschap en commitment van de deelnemers draagt daar ook aan bij);
  • Creëer samenhang en duidelijkheid. Leid losjes én strikt. Plan en monitor acties op een evenwichtige manier. Geef vertrouwen en wees deskundig. Verbeteringen worden duurzaam ingebed. Zorg voor tijd;
  • Zorg voor een goede PLG-begeleider. Professionalisering: het begeleiden van PLG's leer je (enkel) door het te DOEN.

Randvoorwaarden en uitgangspunten

  • Geef en neem ruimte om te experimenteren
  • Besteed aandacht aan de groei van de gemeenschap
  • Laat de uitvoering van de PLG in de praktijk aansluiten bij processen in het Pabo-curriculum (synchronisatie en afstemming, meten met 1 maat). Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat de PLG is gekoppeld aan een opdracht van de HZ-Pabo. Er moet voldoende tijd beschikbaar zijn om in de PLG te werken

Good practices, lessons learned, succesfactoren

PLG's in het curriculum integreren

PLG-begeleiders, Pabo-docenten en Pabo-studenten zijn bekend met:

  • De verbinding van de PLG's met (de inhoud van) het Pabo-curriculum en de leerwerkplek
    1. Goed met elkaar communiceren van de plannen en verwachtingen van iedereen zijn!
    2. Alle betrokkenen bespreken aan het begin van een semester met elkaar de inhouden en werkvormen, zodat de studenten optimaal en zo gestroomlijnd mogelijk hun doelen kunnen behalen;
    3. Studenten leren eigenaar te zijn van hun leerproces (van sturing door docent naar zelfsturing door student)
    4. Er kan prima in een heterogene groep (Pabo 1, 2 en 3) worden gewerkt.
  • De vereisten van PLG's en het doen van praktijkonderzoek
    1. Vastgelegde competenties en deeltaken (inclusief daarvan afgeleide leerdoelen) bekend maken en afstemmen;
    2. Leerdoelen van het (post-)initiële curriculum naast die van de leerwerkplek (basisscholen) leggen;
    3. Eigenaarschap van de student zou vorm kunnen krijgen in zijn portfolio (reflectieverslag).























Referenties