LC 00104: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 37: Regel 37:
Ook vraagstukken als Omgevingswet en Watertoets zijn van belang. Als het goed is komt er meer aandacht voor waterveiligheid. Uitdaging om dit ook bestuurlijk onder de aandacht te brengen.  
Ook vraagstukken als Omgevingswet en Watertoets zijn van belang. Als het goed is komt er meer aandacht voor waterveiligheid. Uitdaging om dit ook bestuurlijk onder de aandacht te brengen.  


{{#set:Coordinate=51.585774, 3.663254}}
{{Light Context
{{Light Context
|Supercontext=PR 00063 - resultaten
|Supercontext=PR 00063 - resultaten
Regel 42: Regel 44:
|Context type=Situation
|Context type=Situation
|Heading=Overstromingsrisico en crisismanagement
|Heading=Overstromingsrisico en crisismanagement
|Summary=De manier waarop er gehandeld wordt bij een overstroming, moet vooraf duidelijk zijn, zodat inwoners zichzelf zo snel mogelijk in veiligheid kunnen brengen en kwetsbare personen geëvacueerd kunnen worden.
}}
}}
{{#set:Coordinate=51.585774, 3.663254}}

Versie van 14 okt 2016 14:00

Crisisbeheersing (o.a. evacuatiestrategie)

De manier waarop er gehandeld wordt bij een overstroming, moet vooraf duidelijk zijn, zodat inwoners zichzelf zo snel mogelijk in veiligheid kunnen brengen en kwetsbare personen geëvacueerd kunnen worden. Dit is de evacuatiestrategie. Wanneer een overstroming voorspeld wordt (vaak over grote delen van de Nederlandse kust), moet er een evacuatiebesluit gemaakt worden. Dit moet tijdig aangegeven worden, omdat het evacueren (van Zeeland) drie dagen duurt. Hierbij moet rekening gehouden worden met inwoners die zorg afhankelijk zijn (3 verzorgingstehuizen op Noord Beveland)

Noord-Beveland heeft twee overstromingsscenario’s; het eiland kan overstromen vanaf de Noordzee kust (omgeving de Banjaard) en in geval van falen van de Oosterscheldekering kan het eiland overstroming met name aan de oostkant snel en diep overstromen. De Oosterscheldekering sluit bij falen wel automatisch als gevolg van waterhoogte. Dit heeft echter wel een hoge waterstand in de Oosterschelde tot gevolg. Hoewel een storm nog tot op redelijke hoogte voorspeld kan worden, is het onduidelijk in welk deel van de kust deze het meeste impact zal hebben. Bij een overstroming vanuit zee, en zeker bij een technisch defect, is in de meeste gevallen te weinig tijd beschikbaar voor ontruiming van het hele eiland.

Wanneer de kans op een overstroming groot is moet er een beslissing worden gemaakt: Worden de inwoners geëvacueerd of niet? Er zijn drie dagen nodig om te evacueren, om deze reden moeten er vooraf evacuatievoorwaarden beschreven worden, zodat er snel en goed gehandeld kan worden. In kwetsbare gebieden kan een noodhub worden gemaakt, waar mensen naar toe kunnen vluchten. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met het vervoeren van deze mensen.

Weginrichting infrastructuur is van belang (zoals rotondes geschikt maken) . Mogelijkheden zuidwesthoek Noord-Beveland (hoger gelegen, beschermd door regionale keringen, blijft droog; maar weinig voorzieningen aanwezig) Bij het evacueren moeten de hoofdwegen die naar de vier mogelijke uitgangen van het eiland leiden wel veilig blijven. Ook is het belangrijk dat de hulpdiensten het eiland kunnen bereiken via deze wegen. Daarom moet deze infrastructuur voldoen aan de eisen hoog en stabiel.

Nog onduidelijkheden over uitspoeling en stabiliteit (onderzoek student CT HZ beschikbaar)

Er zijn onduidelijkheden over of huizen blijven staan. Vermoedelijk blijven nieuwere huizen door alleen een overstroming overeind, maar wat doet drijvend materieel.

Bouwen woonwijk wordt afweging in omgevingsvisie. Belangrijk om aan gemeentebestuur inzichtelijk te maken

Crisisbeheersing: communicatie

Naast de veiligheidsdiensten, moeten ook de inwoners zelf weten wat te doen voor, tijdens en na een overstroming. Daarom is goede communicatie belangrijk. Inwoners moeten bewust gemaakt worden over de kans op een overstroming en welke handelingen ze moeten nemen. In geval van nood is het belangrijk dat inwoners goed voorbereid zijn en zich kunnen redden terwijl ze wachten op de hulpdiensten. Mensen beseffen zich misschien wel dat een overstroming kan plaatsvinden, maar niet dat dit ook morgen zou kunnen gebeuren. Daarom moet er goed gecommuniceerd worden over veilige plaatsen in huis, Noord-Beveland en daarbuiten.

VRZ gebruikt 4 communicatiesporen:

  1. informeren
  2. alerteren, bv moment buitenland benutten
  3. waarschuwen
  4. alarmeren

Participatiemaatschappij vraagt zelfredzaamheid, overheid kan daarbij faciliteren.

Wateroverlast goed te gebruiken als realistisch scenario. Beter voorstelbaar voor mensen. Hitte: iets waar vooral naar burger zelf gekeken wordt, overheid gaat dat niet doen (verschil met domein waterveiligheid)

Ook aansluiting op gezondheidszorg vraagstukken. Hitte zorgt voor problemen verzorgingstehuizen. Ook juist in relatie tot thuiszorg, met oog op vergrijzing en langer thuis blijven wonen?

Hoe gaat gemeente communiceren over buitendijks bouwen? Hoe gaat gemeentebestuur dit doen in relatie tot promotie kaveluitgifte; hogere kavels? Geen normen voor, dus taak gemeente om dat te communiceren. Als gemeente moet men dit niet alleen doen, maar bijvoorbeeld ook met uitkomsten van deze sessie een oefening met bestuurders, zij zitten in crisistijd aan tafel. In Zeeland is al de afspraak gemaakt dat we dit als regio samen doen. Bestuurlijk veel draagvlak aanwezig.

Ook vraagstukken als Omgevingswet en Watertoets zijn van belang. Als het goed is komt er meer aandacht voor waterveiligheid. Uitdaging om dit ook bestuurlijk onder de aandacht te brengen.