LC 00079: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met ' {{Light Context |Supercontext=PR 00009 - resultaten |Topcontext=PR 00009 |Context type=Situation |Heading=GO-Fresh }}') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
In grote delen van de Zuidwestelijke Delta is geen aanvoer van extern | |||
zoet water mogelijk. Het zoete grondwater is alleen beschikbaar in de duinen, | |||
kreekruggen en in dunne regenwater-lenzen in de polders. Hierdoor is de | |||
zoetwaterbeschikbaarheid in de wortelzone van deze gebieden afhankelijk van het | |||
neerslagoverschot en van nalevering vanuit het grondwater. Het systeem zonder | |||
externe aanvoer is kwetsbaar voor droge periodes, die in de toekomst alleen | |||
maar zullen toenemen. Om de zoetwatervoorziening minder afhankelijk te laten | |||
zijn van (extreme) weersomstandigheden, zijn op termijn lokale kansrijke maatregelen | |||
nodig om de zoetwaterbeschikbaarheid tijdens droge tijden op robuuste wijze te | |||
garanderen. Hier wordt de focus gelegd op het bergen van overtollig zoet water | |||
in de ondergrond, om dit zoete (grond)water in een latere fase weer te | |||
onttrekken, c.q. te gebruiken. | |||
Binnen het Kennis voor Klimaat programma is | |||
in 2012 het onderzoeksproject GO-FRESH opgestart om op | |||
drie verschillende locaties de zoetwaterbeschikbaarheid te vergroten, zie | |||
figuur 1. | |||
[[Bestand:GO-Fresh proeven.jpg|centre|frame|Figuur 1: De | |||
locatie van de GO-FRESH proeven; en de verdeling Zeeland in polders, | |||
kreekruggen en duinen.]] | |||
{{Light Context | {{Light Context |
Versie van 8 jul 2016 13:38
In grote delen van de Zuidwestelijke Delta is geen aanvoer van extern zoet water mogelijk. Het zoete grondwater is alleen beschikbaar in de duinen, kreekruggen en in dunne regenwater-lenzen in de polders. Hierdoor is de zoetwaterbeschikbaarheid in de wortelzone van deze gebieden afhankelijk van het neerslagoverschot en van nalevering vanuit het grondwater. Het systeem zonder externe aanvoer is kwetsbaar voor droge periodes, die in de toekomst alleen maar zullen toenemen. Om de zoetwatervoorziening minder afhankelijk te laten zijn van (extreme) weersomstandigheden, zijn op termijn lokale kansrijke maatregelen nodig om de zoetwaterbeschikbaarheid tijdens droge tijden op robuuste wijze te garanderen. Hier wordt de focus gelegd op het bergen van overtollig zoet water in de ondergrond, om dit zoete (grond)water in een latere fase weer te onttrekken, c.q. te gebruiken.
Binnen het Kennis voor Klimaat programma is in 2012 het onderzoeksproject GO-FRESH opgestart om op drie verschillende locaties de zoetwaterbeschikbaarheid te vergroten, zie figuur 1.