- 3 - Arbeid en vrije tijd in Zeeland
Inhoudsopgave
#3 - Arbeid en vrije tijd in Zeeland
Deze maand staat het thema ‘Arbeid en vrije tijd’ in onze reeks centraal. Van april tot en met september belichten we elke maand een thema uit de regionale monitor Brede Welvaart van het CBS (zie hier onze inleiding). We bespreken per thema de resultaten voor Zeeland, ijken deze aan Nederland en maken de koppeling met ons eigen onderzoek ‘Leven in Zeeland’.
Korte terugblik
Als Nederlanders zijn we een gelukkig volk. Het overgrote merendeel van de Zeeuwen zegt ook (zeer) tevreden te zijn met het leven en met de vrije tijd (zie hier onze bijdrage over subjectief welzijn). Hoewel Zeeland niet verschilt van het landelijk gemiddelde als het gaat om subjectief welbevinden, zijn we wel meer tevreden over het leven dan inwoners in sommige andere provincies, zoals Zuid-Holland. Als het gaat om woongenot dan doen we het doorgaans even goed of zelfs beter dan onze landgenoten (met name in de Randstad) (zie hier onze bijdrage over wonen). Zo zijn we gemiddeld genomen meer tevreden met onze huidige woning en zijn we even tevreden over de woonomgeving. We moeten echter – en hier scoren we ongunstiger op ten aanzien van het Nederlands gemiddelde – verder reizen voor onze voorzieningen (o.a. basisscholen, cafés en andere uitgaansgelegenheden).
In deze bijdrage leggen wij een nieuw stukje van de puzzel rond brede welvaart en verruimen we onze blik naar ‘arbeid en vrije tijd’ in Zeeland.
Waarom het thema relevant is
Kwaliteit van leven in de regio hangt niet alleen af van materiële welvaart, maar ook van de fysieke (leef)omgeving en de sociale componenten in de samenleving. Desalniettemin blijven arbeidsmarkt en economie belangrijk voor de (brede) welvaart in de provincie. Veel mensen doen betaald werk, werken een groot deel van hun leven en besteden op een dag een groot deel van hun tijd aan werk. Werkgelegenheid draagt bovendien bij aan het behoud en verhoging van onze levensstandaard en ons (individueel) onafhankelijk functioneren.
Het model Brede Welvaart van het CBS meet arbeid en vrije tijd met zes indicatoren:
(a) Tevredenheid met reistijd van en naar het werk;
(b) Vacaturegraad;
(c) Werkloosheid;
(d) Hoogopgeleide bevolking;
(e) Bruto arbeidsparticipatie;
(f) Netto arbeidsparticipatie.
We bespreken de indicatoren hieronder voor Zeeland.
Tevredenheid met de reistijd van en naar het werk
Meer Zeeuwen geven aan (zeer) tevreden te zijn met hun reistijd van en naar het werk dan inwoners uit de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant. Landelijk bezien geeft 83% van de inwoners hun reistijd van en naar het werk een 7 of hoger. In Zeeland geeft niet minder dan 87% van de inwoners (zeer) tevreden te zijn met de reistijd van en naar het werk. Dit is procentueel het hoogst van alle provincies in Nederland, maar het percentage verschilt alleen noemenswaardig van de percentages in Utrecht en de provincies die grenzen aan Zeeland (significant bij een p-waarde<0,05).
Als het gaat om de ontwikkeling in tevredenheid met de woon-werk reistijd dan volgt Zeeland de landelijke trend: het aandeel inwoners dat zegt hierover tevreden te zijn is tussen 2013 en 2019 nagenoeg gelijk gebleven.
Aansluitende regionale arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt bestaat uit twee zijdes: de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid. De vacaturegraad is een relevante indicator als het gaat om de vraagkant van de arbeidsmarkt; terwijl het werkloosheidspercentage een relevante indicator is als het gaat om de aanbodkant van de arbeidsmarkt. De aansluiting van vraag en aanbod op de Zeeuwse arbeidsmarkt wordt inzichtelijk door beide indicatoren samen te brengen. We bespreken daarom beide indicatoren hier tezamen.
In Zeeland is 2,8% van de beroepsbevolking werkloos. Dit ligt onder het landelijk gemiddelde (3,4%) en is het laagst van alle Nederlandse provincies. Tussen 2008 en 2014 nam het werkloosheidspercentage toe vanwege de economische crisis, maar sinds 2015 trekt de economie weer aan en dat is terug te zien in een daling van de werkloosheid in zowel Zeeland als in de rest van Nederland.
De gemeenten Borsele (2,3%), Reimerswaal, Schouwen-Duiveland en Veere (allen 2,4%) kennen de laagste werkloosheidspercentages van Zeeland. In de gemeenten Middelburg en Vlissingen ligt het werkloosheidspercentage hoger dan het Zeeuws gemiddelde (resp. 3,1% en 3,8%), maar voor de gemeente Middelburg geldt dat het percentage nog steeds onder het landelijke cijfer ligt.
De vacaturegraad ligt in Zeeland hoog. Zo zijn er in de provincie 36 openstaande vacatures per duizend banen. Ter vergelijking: in provincies als Groningen (28), Friesland (28) en Overijssel (31) ligt de vacaturegraad een stuk lager. Als het gaat om de vacaturegraad dan is Zeeland te vergelijken met de Randstedelijke provincies.
Tussen 2012 en 2019 nam het aantal openstaande vacatures in Zeeland aanzienlijk toe. De vacaturegraad steeg in deze periode van 10 naar 36. Met deze stijging volgt Zeeland, met uitzondering van een uitschieter in 2014, de landelijke trend. De hier gebruikte cijfers over de vacaturegraad zijn niet op gemeenteniveau beschikbaar.
Als we de vacaturegraad en het werkloosheidspercentage van alle provincies in een figuur zetten dan krijgen we een beeld van de aansluiting tussen vraag en aanbod op de Zeeuwse arbeidsmarkt. We zien dat het werkloosheidspercentage bovengemiddeld laag en de vacaturegraad bovengemiddeld hoog ligt in Zeeland. De Zeeuwse arbeidsmarkt wordt daarom aangeduid als ‘krap’. Oftewel: voor werkgevers is het lastig om aan het juiste personeel te komen. Hiermee zijn we te vergelijken met de provincie Utrecht.
Hoogopgeleide bevolking
Bijna een kwart van de inwoners in Zeeland (24,1%) heeft een HBO of WO-opleiding afgerond. Het aandeel hoogopgeleiden ligt daarmee in Zeeland 8,4-procentpunt lager dan het landelijk gemiddelde. Ten opzichte van andere provincies, kent Zeeland relatief gezien het minste aantal hoogopgeleiden; in de provincie Utrecht ligt dit aandeel het hoogst (42,5%). Het aandeel hoogopgeleiden stijgt, ook in Zeeland. De stijging in Zeeland is echter minder sterk dan gemiddeld in Nederland. Wanneer we verder inzoomen op de kaart van Zeeland, dan zien we dat het grootste aandeel hoogopgeleiden in de gemeenten Middelburg (32,9%), Kapelle (27,6%) en Schouwen-Duiveland (27,4%) woont. Alleen in de gemeente Middelburg ligt het aandeel hoogopgeleiden rond (=net boven) het Nederlands gemiddelde.
Bruto en netto participatiegraad
Als meer mensen actief worden op de arbeidsmarkt (=toenemende arbeidsparticipatie) dan kunnen zij, mits in bezit van de juiste kwalificaties en met de juiste ervaring, het toenemende aantal openstaande vacatures invullen. De bruto participatiegraad voor Zeeland laat zien dat van de 1.000 inwoners in de leeftijdsgroep 15 tot en met 74 jaar, er 694 inwoners zich aanbieden op de arbeidsmarkt. Voor Nederland als geheel ligt de bruto arbeidsparticipatie op 712 per 1.000 inwoners van 15 tot en met 74 jaar. Zowel voor Zeeland als voor de rest van Nederland geldt dat de bruto arbeidsparticipatie sinds 2003 toeneemt.
Ook de netto participatiegraad stijgt sinds 2003 in Zeeland en de rest van Nederland. Voor Zeeland geldt dat van de 1.000 inwoners in de leeftijdsgroep 15 tot en met 74 jaar, momenteel 674 betaald werk hebben. Voor Nederland als geheel ligt de netto participatiegraad op 688 per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 74 jaar. Het verschil tussen de bruto en netto participatiegraad is in Zeeland klein, doordat de werkloosheid in Zeeland relatief laag ligt.
De arbeidsparticipatie (zowel bruto als netto) ligt het hoogst in de gemeenten Borsele, Kapelle en Reimerswaal. In deze gemeenten ligt de participatiegraad hoger dan gemiddeld in Nederland. In Zeeuws-Vlaanderen en de gemeente Noord-Beveland ligt de arbeidsparticipatie laag; zowel ten opzichte van het Zeeuws gemiddelde als ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Andere monitors over arbeid
De CBS-monitor rond brede welvaart geeft een algemeen beeld van de Zeeuwse arbeidsmarkt. Wij hebben hier niet de intentie om een volledig beeld te geven van de Zeeuwse arbeidsmarkt. Andere monitors gaan wel dieper in op de regionale arbeidsmarktsituatie (zie bijvoorbeeld cijfers op de website van het UWV voor Zeeland of de website van Etil voor arbeidsmarktcijfers uit andere provincies).
Het algemene beeld van het thema arbeid in Zeeland komt overeen met het beeld dat ontstaat uit andere brede-welvaartmonitors van de Universiteit Utrecht/Rabobank en de OESO. Dat komt mede doordat dat deze monitors (grotendeels) dezelfde cijfers en indicatoren gebruiken als het CBS (zoals OESO Better Life Initiative welke per regio kijkt naar cijfers over de netto arbeidsparticipatie en werkloosheidspercentage afkomstig van het CBS).
De Rabobank/Universiteit Utrecht gebruiken ook CBS-cijfers voor hun brede welvaart monitor. Deze monitor kijkt, naast werkloosheid, ook naar flexibele arbeidsrelaties. De cijfers die zij gebruiken laten zien dat Zeeland relatief weinig flexwerkers kent (17% van werkzame beroepsbevolking heeft een flexibele arbeidsrelatie ten opzichte van 19% landelijk; het laagste aandeel van alle provincies. Cijfers uit 2020). Het merendeel van de werkzame inwoners in Zeeland heeft een vaste arbeidsrelatie (66%) of is zelfstandige (17%).
Conclusie
Zeeland heeft een krappe arbeidsmarkt. Dit wordt bevestigd door indicatoren over werkloosheid, openstaande vacatures en arbeidsparticipatie in de regionale monitor brede welvaart. De inwoners die werk hebben zijn over het algemeen (zeer) tevreden met hun reistijd van en naar het werk. Zeeland scoort als het gaat om tevredenheid met de reistijd even goed of beter dan andere provincies, zoals Noord-Brabant en Zuid-Holland. Daarnaast ligt het aandeel werkenden met een flexibele arbeidsrelatie in Zeeland lager dan gemiddeld in Nederland. De inwoners van Zeeland zijn lager opgeleid en hebben minder vaak een HBO- of WO-opleiding afgerond dan inwoners in andere provincies.
Zeeuwse verdieping
Het oplossen van de krapte op de Zeeuwse arbeidsmarkt is één van de speerpunten van het provinciaal beleid in Zeeland. De Provincie Zeeland tracht het arbeidspotentieel in Zeeland te vergroten door werkenden optimaal in te zetten, Zeeuwen (beter) te benutten voor Zeeuwse vacatures en mensen van buitenaf te werven. Daarnaast zet de Zeeuwse Economic Board in op een betere aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld via het plan “Zeeuwen aan Zet” in Zeeuws-Vlaanderen.
In ons onderzoek Leven in Zeeland willen we een goed beeld krijgen van het Zeeuwse arbeidspotentieel. Zo hebben we aandacht voor o.a. Zeeuwse werknemers, studenten, en forenzen en willen we beter begrip krijgen van de motivaties en drijfveren van deze groepen inwoners. Hoe kijken werkenden en niet-werkenden aan tegen de Zeeuwse arbeidsmarkt? Waarom willen ze wel/niet in Zeeland werken? Wat zijn hun intenties als het gaat om (toekomstige) participatie op de regionale arbeidsmarkt? Voor welke beroepssectoren zou men zich willen inzetten? Deze zaken zijn niet uit registratiedata te halen en vragen om een uitvraag onder inwoners.
Naast aandacht voor het betaald werk in en buiten Zeeland, willen we ook meer weten over de perceptie van Zeeuwen ten aanzien van hun vrije tijd en ervaren werk/privé balans. Het hier besproken thema omvat, naast arbeid, ook vrije tijd. Het model Brede Welvaart leert ons echter dat beide zaken met elkaar in spanning kunnen staan; werk kan ten koste gaan van vrije tijd en vice versa. De balans tussen werk en privé en de hoeveelheid vrije tijd zullen dan ook een plek innemen in ons inwoneronderzoek. We verwachten eind dit jaar de eerste resultaten.
Lees ook over de andere thema's in onze reeks: