Een (ex)kankerpatiënt is altijd onzeker over de toekomst en voelt zich kwetsbaar. Elk pijntje kan betekenen dat de ziekte terug is gekomen en de periodieke controles zijn stressvolle gebeurtenissen.
Kwetsbaar.
Meneer en mevrouw Schoonenbrug beseffen beiden dat naarmate je ouder wordt, je toch meer terugvalt op je familie.
Hulp vragen.
Haar man kan niet goed praten over zijn gevoelens en vindt het moeilijk om hulp te accepteren. Zij ondervindt een gedragsverandering door haar medicatie wat de relatie verder onder druk zet.
Loslaten.
Hij ziet snel 'beren op de weg' maar leert dit ook weer los te laten.
Claire[bewerken | brontekst bewerken]
Ze wil graag weten welk perspectief er is. Omdat ze een uitgezaaide kanker heeft, is dat erg belangrijk voor haar. Ze kan niet echt toekomstplannen maken. Ze moet januari afwachten of het weer terug in haar hoofd is omdat ze dan een scan heeft. Ze gaat uit van hoe ze zich voelt. Nu gaat het goed, maar als ze wat meer hakkelt of vermoeider is, wordt ze onzeker. Haar vriendin Anne: Claire leeft al zestien jaar in onzekerheid. Is tien jaar goed gegaan, toen kwam de klap dat de kanker terug was. In de longen, ze was benauwd, dat was aanleiding om weer naar de dokter te gaan.
Kwetsbaarheid en onzekerheid[brontekst bewerken]
Patiënten kunnen het gevoel krijgen dat de ziekte er met hen aan de haal gaat. Ze voelen zich in de steek gelaten door hun lichaam. Dit levert grote onzekerheid op. Niet iedereen kan hier even goed mee omgaan.
Tips[brontekst bewerken]
Tip voor Patiënt: voor een patiënt is het belangrijk om na te gaan waar de onzekerheid vandaan komt of waardoor ze versterkt wordt. Komt ze bijvoorbeeld voort uit een behoefte aan meer informatie, of doordat de controle niet meer in eigen hand ligt, et cetera. dit nog verder uitwerken