Periode: 2 januari 2016 tot: 3 januari 2016
Situatie[brontekst bewerken]
De dokter was een hele leuke man: jong, enthousiast en heel toegankelijk. Dat heeft ze als erg prettig ervaringen. Ze had er alle vertrouwen in. De manier waarop hij over alles vertelde en tekende om het duidelijk te maken. Dat geeft rust. Na de operatie zei hij meteen: ik heb heel veel weggesneden hoor. Maar dat geeft helemaal niets, joh! Als je maar weer beter wordt.
Tijdens de dagen in het ziekenhuis heeft ze alles al een beetje verwerkt. Ze was er erg nuchter onder. De dokter zei dat het goed operabel was. Dan is dat voor haar zo. Ze had een heel goed contact met de verplegers. De zuster vroeg ook steeds: heeft u het wel allemaal goed begrepen? Ze heeft ook toen veel aan de cursus 'Lativa' gehad. Ze heeft geleerd om in het ‘nu’ te leven. Ook na de operatie heeft ze veel gevraagd aan de dokter en het verplegend personeel. Haar dochter wees haar erop dat een schriftje bijhouden misschien wel handig was. Ze schreef echt alles op. Ze heeft alles bijgehouden. Welke medicijnen ze kreeg en hoeveel en waarom. Ze heeft er nooit meer naar gekeken. Maar het werkte wel heel goed. Dat waren de verplegers niet gewoon.
Ze heeft voorafgaande aan de operatie moeten tekenen voor complicaties. De chirurg zei: anders doe ik het niet. Het schijnt dat je darmen kunnen gaan lekken. Ze heeft daar maar niet heel specifiek naar gevraagd. Na de operatie dacht ze wel: hoe weet je dat? Dan word je blijkbaar doodziek.
Voorgaande situatie(s):
Niet goed
Volgende situatie(s):
Eigen kamer
Meer over de situatie[brontekst bewerken]
Gemeenschappelijke doelstelling
Succesfactoren
Interventie
Interventieeffect