Resultaten; conclusies en aanbevelingen



Visualisatie van de situatie (rijk plaatje) 


Opbrengsten rekenen groep 8.jpg



Conclusies en aanbevelingen

In dit onderzoek is gezocht naar een antwoord op de hoofdvraag: ‘Op welke manier kunnen de opbrengsten van rekenen-wiskunde vergroot worden in groep 8 van CBS de Zevensprong met betrekking tot de eindtoets?’. Hiervoor is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de manier waarop vakspecifieke opbrengsten vergroot worden. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn vijf deelvragen opgesteld.

Deelvraag 1 - wat vinden de leerlingen moeilijk

‘Op welke gebieden valt de groep uit bij de leerlijn van rekenen met betrekking tot de categorieën van de eindtoets?’

Uit de resultaten van de enquête blijkt dat volgens de leerlingen zelf de moeilijkheden vooral liggen bij het onderdeel breuken. Daarnaast geven ze aan moeite te hebben met het berekenen van oppervlakte, inhoud en omtrek met alle bewerkingen daarbij. En ook het metriek stelsel is een onderdeel binnen rekenen waar veel leerlingen tegenaan lopen. Echter wijst analyse van de IEP advieswijzer uit dat op groepsniveau extra ondersteuning nodig is op de rekencategorieën getallen, verhoudingen, verbanden en meten en meetkunde. Dit komt deels overeen met wat de kinderen aangaven.



Deelvraag 2 - acties voor verbeteringen

‘Welke werkvormen / werkwijzen zijn reeds toegepast met betrekking tot het vakgebied rekenen?’

Er is een verbeterplan in groep 8 opgesteld waarbij de volgende acties zijn uitgevoerd:

Eigenaarschap
  • Overzichten van de leerontwikkeling wordt per leerling in kaart gebracht.
  • In gesprekken met kinderen worden ze geïnformeerd over ontwikkeling en worden samen doelen gesteld.
  • Tussentijds vinden er weer individuele gesprekken plaats over de voortgang.
  • Ouders worden geïnformeerd over de doelen en het traject.
  • Huiswerk wordt georganiseerd en besproken met de leerlingen.
Didactisch handelen
  • Directeur en IB’er monitoren bij geplande en ongeplande bezoeken de afspraken die worden nageleefd.
  • Gesprekken met kinderen over hun leerdoelen.
  • Werken met taken die daarbij aansluiten.
  • De klaar-opdrachten zijn zinvol, worden afgestemd en verlopen automatisch.
  • Er wordt gewerkt met dag- en weektaken.
  • Er worden vormgevers, energizers en coöperatieve werkvormen ingezet.
Afstemming en (extra) ondersteuning
  • Leerlingen waarvoor instructie niet bedoeld is aan het werk zetten.
  • Bepalen met doortoetsen welke kinderen er welke doelen moeten gaan bereiken en op welke manier.
  • Differentiëren in verwerking en begaafde leerlingen meer en andere verwerkingsopdrachten geven.
  • Leerlingen die (extra) ondersteuning nodig hebben in beeld brengen.
  • Effecten van de uitvoer van de (extra) ondersteuning na laten gaan door IB’er.



Deelvraag 3 - pedagogisch klimaat

‘Hoe is het pedagogisch klimaat tijdens dit schooljaar en in welke mate had deze invloed op de rekenopbrengsten?’

Bij deze deelvraag kan geconcludeerd worden dat er geen invloed is geweest op de rekenopbrengsten als gevolg van een negatief pedagogisch klimaat. Volgens het verbeterplan van groep 8 is de betrokkenheid met betrekking tot de eindopbrengsten gemiddeld tot goed. Algemeen kan worden vastgesteld dat het gedrag van groep 8 de eindresultaten ten goede komt.



Deelvraag 4 - wensen en doelen van de leerlingen

‘Wat zijn de wensen / doelen van groep 8 als het gaat om het opbrengstgericht werken t.o.v. de eindtoets?’

Hierbij kan worden geconcludeerd dat op de manier waarop ze nu bezig zijn met opbrengstgericht werken voldoende is in de ogen van de leerlingen. Ze geven aan de kwaliteit van de hulp die de leerkracht biedt tijdens rekenlessen erg goed is en de meerderheid geeft ook aan vertrouwen te hebben in de eindtoets. Ook weten alle kinderen aan te geven op welke rekencategorieën ze nog extra ondersteuning nodig hebben, dus zijn ze zich bewust van de zaken waar ze nog aan willen werken. Deze rekencategorieën zijn beschreven bij het antwoord op deelvraag één.



Deelvraag 5 - eigenaarschap van de leerlingen

‘In welke mate heeft eigenaarschap invloed op de eindopbrengsten van rekenen?’

Ten eerste zijn de kinderen via kindgesprekken eigenaar geworden van hun eigen leerproces. Ze zijn daarnaast bereid huiswerk te maken om hun eigen doelen te behalen. Daarbij vragen ze zelf om oefenmateriaal voor de eindtoets. De groepsleerkracht heeft elke leerling apart genomen om de voortgang te bespreken aan de hand van een grafiek uit Parnassys. Vervolgens hebben de kinderen zelf moeten formuleren waar de komende weken de nadruk op moet liggen.



Hoofdvraag - manieren om opbrengsten van rekenen-wiskunde te vergroten

‘Op welke manier kunnen de opbrengsten van rekenen-wiskunde vergroot worden in groep 8 van CBS de Zevensprong met betrekking tot de eindtoets?’

Uit de resultaten binnen het onderzoek naar de manier waarop vakspecifieke opbrengsten vergroot kunnen worden is gebleken dat er meerdere mogelijkheden zijn om dit probleem aan te pakken. Eén van de belangrijkste is het opstellen van specifieke doelen door zowel leerling, leerkracht als school om zicht te krijgen op het leerproces en daar verantwoordelijkheid voor te creëren. Daarnaast is het bij het stellen van doelen van belang dat er moet worden gekeken naar het verleden van de groep. Zo kan achterhaald worden welke actiepunten uitgevoerd zijn, effect hebben gehad of niet en in welke omstandigheden bepaalde leerlingen het beste presteren. Tevens is het vergroten van opbrengsten geen eenmansactie, maar een project met alle betrokken partijen. Denk aan intern begeleider, directeur en remedial teacher.

Hoge verwachtingen uitspreken als school over je leerlingen is goed bij het werken aan het vergroten van vakspecifieke opbrengsten, mits de vaardigheden van de leerlingen dit toelaten. Wanneer te hoge verwachtingen uitgesproken zijn in tegenstelling tot de vaardigheden van de leerlingen, moet de school kijken op welke manier het onderwijs kan worden verbeterd. Echter is het van groot belang dat bij het vergroten van vakspecifieke opbrengsten de leerkrachten beschikken over de juiste vaardigheden. Dit zijn o.a. kennis van kerninzichten, leerlijnen, belemmerende- en positieve factoren van leerlingen, goede uitleg, gerichte feedback, bewuste inzet van beschikbare materialen en modellen, zorgen voor voldoende effectieve leertijd, doelgericht werken en vroegtijdige signalering.

Kortom, het is van groot belang dat kinderen als basis eigenaar worden van hun eigen leerproces. Ze moeten zelf kunnen aangeven waar ze goed in zijn, waar ze tegenaan lopen en wat hun doelen zijn op vakspecifiek gebied. De succeservaringen moeten met elkaar gedeeld worden om tot goede rekenontwikkeling te komen die bijdragen aan het stimuleren van een positief leerklimaat. Op leerlingniveau is meer winst te behalen dan op groepsniveau. Het is daarom belangrijk dat op leerlingniveau keuzes worden gemaakt in extra ondersteuning van diverse onderdelen binnen een bepaald vakgebied, zodat iedere leerling onderwijs op maat krijgt aangeboden door een leerkracht met de juiste vaardigheden.

Geraadpleegde literatuur

Muynck, B., Both, D. & Visser-Vogel, E. (2013). Opbrengstgericht leren, meer dan presteren. Bussum, Nederland: Coutinho.

Bakx, A. & Ros, A. (2012). Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen. Bussum, Nederland: Coutinho.

Marzano, R. J. (2014). De Kunst en Wetenschap van het Lesgeven. Vlissingen, Nederland: Bazalt.

Stap, M. van der (2013). Van kerndoel tot referentieniveau. Amsterdam, Nederland: SWP.

Huitema, S. & Gabriël, N. (2016). Wijzer in onderwijsbehoeften. Huizen, Nederland: Pica.

Oonk, W. (2013). Rekenen wiskunde in de praktijk. Verschillen in de klas. Groningen/Houten, Nederland: Noordhoff.

Bakker, M. & Gerrits, P. (2012). Resultaat met rekenen. Amersfoort, Nederland: CPS Onderwijsontwikkeling en advies.

Notten, C. (2014). Leren rekenen. Ook als het moeilijk wordt. Assen, Nederland: Van Gorcum.