Oosterland

De route die we in Oosterland hebben gelopen is een andere dan Burgh-Haamstede. We hebben in deze kern geen interviews kunnen houden met mensen met beginnende dementie. Ondanks dat hier heel veel moeite voor is gedaan, door allerlei betrokken partijen. Natuurlijk wonen er ook in dit dorp mensen met dementie. Gebleken is echter dat ze vaak heel lang hun leven kunnen blijven leiden (binnen de mogelijkheden) door hulp binnen zowel de familie als de eigen geloofsgemeenschap. De relatieve geslotenheid van de kerkelijke gemeenschappen draagt er toe bij dat het niet eenvoudig is om met de mensen waar het om gaat in gesprek te komen.

Daarnaast komen mensen vaak pas in beeld als er externe hulp wordt gezocht omdat het echt niet meer gaat (ook door mensen die geen lid zijn van een kerkgenootschap) als het niet meer gaat en er sprake is van een crisissituatie waardoor opname noodzakelijk is. Dat is direct van invloed geweest op onze mogelijkheden tot het houden van interviews met mensen met beginnende dementie.

Interviews

In een eerste stap zijn er ook in deze kern interviews gehouden met verschillende partijen zoals de dorpsraad, SMWO, huisartsenondersteuner, Zeeuwland, vertegenwoordigers van de kerken, sportvereniging en Zeeuwse zorgschakels.

De centrale vraag aan hen  was wat voor kern is Oosterland, hoe kijken de mensen naar elkaar om en hoe wordt er gekeken / omgegaan met mensen met dementie en welke rol speelt jouw organisatie daarin of zou daarin kunnen spelen. De volgende thema’s kwamen daar uit naar voren.

Cultuur

Oosterland is een vriendelijk, gemoedelijk klein dorp waar eigenlijk niet veel aan de hand is. Het dorp wordt gekenmerkt door drie kerkelijke geloofsgemeenschappen: de Gereformeerde Gemeente, de Gereformeerde Gemeente Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeente.  Ongeveer drie kwart van de inwoners is lid van één van deze drie kerken, een kwart is niet kerkelijk. De onderlinge contacten zijn goed, men is vriendelijk en houdt rekening met elkaar maar men neemt niet deel aan elkaars activiteiten. Dat maakt het aan één kant lastig om dingen voor elkaar te kunnen krijgen of om bijvoorbeeld een toekomstbestendige, vitale vereniging te kunnen zijn, aan de andere kant berust men hier in.

Gemeenschapszin

De gemeenschapszin is groot in Oosterland. Er wonen vrij veel grote families in het dorp waarbinnen goed voor elkaar wordt gezorgd, daarnaast wordt binnen de geloofsgemeenschappen veel naar elkaar omgekeken en waar mogelijk en nodig ondersteuning geboden.

Ook buiten de kerk om lijkt het dorp over het algemeen vrij hecht te zijn en hechten mensen er waarde aan om iets voor anderen te kunnen betekenen. Desondanks lukt het niet om iedereen altijd te helpen, ook niet binnen de eigen geloofsgemeenschappen. Sommige mensen willen niet ondersteund worden en dat is best moeilijk. Aan de andere kant is het ook wel eens moeilijk om vrijwilligers te vinden omdat niet alle mensen die hulp nodig hebben even aardig zijn.   

Samenwerking

De samenwerking op het brede dorpsniveau (waar zowel het kerkelijke als het niet-kerkelijke deel van het dorp aan deelneemt) beperkt zich tot de jaarlijkse herdenking van de watersnoodramp. Daarnaast vindt er ook jaarlijks de zwerfvuilmiddag plaats waar beide scholen (christelijk en openbaar) aan deelnemen. Bij beide activiteiten vervult de dorpsraad een trekkersrol.

De jaarlijkse Sinterklaasintocht wordt georganiseerd door de ondernemersvereniging, het oranjecomité organiseert Koningsdag, daarnaast vinden er in het dorpshuis activiteiten plaats als zang, zumba, koersbal, fanfare en darts.

Er is behoefte aan een dorpsvisie, om nieuwe samenwerkingsmogelijkheden en initiatieven te onderzoeken. 

Uit de interviews destilleerden we daarnaast een aantal overkoepelende concepten specifiek gericht op dementie:

Taboe

Op de ziekte dementie rust nog steeds een taboe. Mensen houden het zo lang mogelijk verborgen voor zichzelf én hun naaste omgeving. Mensen stoppen het weg en praten er niet graag over.

Alle patiënten van de Huisartsenpost Oosterland worden, als ze daar prijs op stellen, bezocht door de praktijkondersteuner zodra ze 75 jaar worden. Echter, ze komt lang niet overal binnen, er is  nog veel verborgen leed. En de mensen die niet bij de huisarts aangesloten zijn worden zijn hier ook niet in beeld.

Aanbod dagopvang op basis van identiteit

Dagopvang kan voor mensen met beginnende dementie een waardevolle bijdrage leveren aan het zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Vanuit de kerken wordt gesignaleerd dat het aanbod aan activiteiten op de dagopvang vaak niet passend is bij wat de mensen binnen de verschillende geloofsgemeenschappen belangrijk vinden. Er is een zorgboerderij in Kortgene die dat wel kan bieden, daar wordt ook gebruik van gemaakt, maar het aanbod is beperkt.

Herkennen / signaleren dementie

Het is vaak moeilijk, vooral in het begin, om te bepalen of iemand nu gewoon vergeetachtig is of dat er echt iets aan de hand is. Als buitenstaander is dat moeilijker te zien, vooral ook als je niet alle kenmerken kent van beginnende dementie. En als je de signalen herkent  wat kun je daar dan mee?

Late hulpvraag

De ervaring leert dat mensen pas in een heel laat stadium, als het echt niet meer gaat, om hulp vragen. Vaak resulteert dit dan in een crisissituatie waarbij directe opvang noodzakelijk is, met vaak schrijnende gevolgen van dien. Als mensen eerder hulp zouden inroepen, zou veel leed voorkomen kunnen worden. Maar dit betekent ook dat je erkent dat er een probleem is en dat is ook confronterend voor de mensen die het betreft én zijn / haar omgeving.

Duidingssessies

In de duidingssessies werden de thema’s en overkoepelende concepten besproken met verschillende partijen. Deze aanpak leverde verdere inzichten op die voor een deel overeenkomen zoals besproken in Burgh - Haamstede.

De diagnose dementie is belangrijk voor mensen. Niet altijd voor de betroffen persoon maar wel voor familie, vrienden, kennissen en buren. “Er ontstaat meer begrip. Je gaat er anders meer om omdat je weet wat er aan de hand is.” De buurt vindt namelijk iets van mensen die zich anders gaan gedragen. Dat vinden ze eng en ze weten niet goed hoe ze daar mee om moeten gaan. Op deze momenten komt buitensluiting soms voor, vooral wanneer de relatie tussen mensen minder sterk is. Buitensluiting gebeurt vaak op een moment waar mensen juist meer aandacht zouden moeten krijgen. Herkenning van dementie kan op deze momenten een groot verschil maken voor de betroffene maar ook voor hun naasten (zie ook B-H).

Herkenning van dementie bij mensen en weten hoe er mee om te gaan wordt door de betrokken organisaties als een belangrijke eerste stap gezien. Hoe weten we of iemand dementie heeft? Hoe uit zich dat? Hoe kan ik deze persoon het beste bejegenen? En wat moet ik met de signalen doen?  Zorg dat je elkaar weet te vinden en maak gebruik van de bestaande expertise in de regio. De coördinator van het Odensehuis in Zierikzee is gevraagd de training Samendementievriendelijk te verzorgen welke heeft plaatsgevonden op 4 februari in het dorpshuis van Oosterland.

In Oosterland speelt de HAP een belangrijke rol bij het signaleren van dementie (en andere problemen). Binnen de module Ouderenzorg gaat de praktijkondersteuner op huisbezoek bij alle patiënten die 75 jaar worden, tenzij de betreffende patiënt dit niet wilt wat ook regelmatig voor komt. Daarnaast vindt er twee keer per jaar overleg plaats met de thuiszorgorganisaties, de casemanagers Dementie, het Maatschappelijk werk en de huisarts om de casussen te bespreken.

Het is logisch om de praktijkondersteuner als spil in het oppakken van de signalen te beschouwen en dit te communiceren binnen organisaties / betrokkenen.

In het vraagstuk dementie staat het welzijn van mensen centraal. Niet alleen het welzijn van de persoon met dementie, maar ook het welzijn van de personen die ondersteunen. De persoon met dementie moet zodanig ondersteund en geholpen worden dat deze persoon een leven kan leiden op een acceptabel niveau. Dit verschilt van persoon tot persoon en moet ook bijgesteld worden gedurende het verloop van de aandoening. De juiste zorg door de juiste mensen op het juiste moment. Daarom moet de situatie van mensen centraal staan. De relaties tussen mensen met dementie en andere moet versterkt worden zodat zoveel mogelijk op eigen kracht kan worden gehandeld. Dit moet breed opgevat worden en betreft relaties met de mantelzorger, de zorgprofessional maar ook met de fysieke omgeving. Het is een vereiste om individuele mogelijkheden en doelstellingen op elkaar af te stemmen. Iedere situatie is uniek en verdiend maatwerk ( zie ook B-H).