Empirische cyclus
Inductie, deductie en abductie
EMM gaat uit van een empirische cyclus van inductie en deductie. Door het bestuderen van concrete casussen wordt inzicht verkregen in bepaalde situaties. Met een inductiestap kan uit de casussen een theorie worden ontwikkeld (binnen de randvoorwaarden van een situatie). Met de theorie als uitgangspunt, kunnen soortgelijke casussen worden bestudeerd (de deductiestap) voor verfijning en/of verdieping van de theorie.
Het concept van inductie en deductie is streng gekaderd en staat een meer innovatieve, explorerende aanpak in de weg. Een andere vorm in de geest van inductie en deducte is abductie. Uit observaties, bijvoorbeeld casusstudies, worden mogelijke verklaringen in de vorm van modellen en theorieën gegeven voor de fenomenen die zijn waargenomen. Vervolgens worden de verklaringen getoetst in de praktijk wat kan leiden tot aanpassing en verdieping van modellen en theorieën. Op deze wijze wordt al explorerend gezocht naar een alsmaar sterkere theoretische basis.
Herkenbare situaties
De Expertise Management ontologie (EMont) verschaft het fundament voor alsmaar verdiepende theorievorming uit casuïstiek door een proces van inductie en deductie (of gecombineerd als abductie). Het sleutelbegrip is hier herkenbare situatie. Veel kennis is, en dat geldt zeker voor handelingskennis, is situationeel bepaald. Wat in de ene situatie goed kan werken, hoeft dat niet het geval te zijn in een andere. EMM is gerichtt op het vastleggen en dissemineren van handellingskennis. Gebruikers van een expertisesysteem moeten zich als het ware kunnen herkennen in situaties en daar hun voordeel mee kunnen doen.
Een belangrijke stap in de opzet van een expertisesysteem is het bepalen van relevante herkenbare situaties. Hiervoor moet eerst het begrip heerkenbaare sitatuatie nader worden geduid.