CTscanresultaten450x398.jpg

CT is de afkorting van computertomografie. Een CT-scan wordt ook wel CAT-scan genoemd. Soms is het nodig om contrastvloeistof te gebruiken. Deze vloeistof wordt dan via een bloedvat toegediend. Bij het maken van een CT-scan worden er heel veel röntgenfoto’s gemaakt van delen van het lichaam en vanuit een groot aantal hoeken. Vervolgens helpt een computer een afbeelding samen te stellen met alle foto's. Op die manier is het mogelijk tot in zeer kleine details het lichaam te bekijken.

Een nadeel van de CT-scan is de stralingsbelasting. Deze is een stuk hoger dan bij een gewone röntgenfoto. Een CT-scan is vooral geschikt om afbeeldingen te maken van botten, hersenen, longen, buikorganen en aders. CT-onderzoek kan ook in de Zeeuwse ziekenhuizen plaatsvinden. (Bron: ZB)












Formele omschrijving

Computergestuurd tomografisch beeldvormend serieonderzoek met röntgenstraling waarmee afbeeldingen van dwarsdoorsneden (coupes) van het lichaam (schedel, buik, enz.) worden verkregen. Hierbij worden kristallen (detectoren) gebruikt die een grotere gevoeligheid hebben voor verschillen in absorptie van röntgenstralen dan film. De densiteitswaarden zijn in hoge mate een afspiegeling van de elektronendichtheid in het weefsel. Het contrastoplossend vermogen is zeer hoog.

Bij CT wordt de röntgenstraling bij de buis via een diafragma-instelling tot een waaiervormige bundel gevormd. De röntgenbuis draait om het lichaam tijdens de belichting en een ring van (soms duizenden) kleine detectoren vangt doorgelaten straling op. Deze beweging wordt uitgevoerd in een vlak dat loodrecht staat op de lengteas van de liggende patiënt. Buis en detectorboog zijn gekoppeld en draaien samen om de patiënt, terwijl gedurende deze rotatie de transmissie wordt gemeten. Uit de verkregen meetgegevens wordt door de computer een afbeelding berekend: een dwarsdoorsnede van het menselijk lichaam. Dikte van de dwarsdoorsnede kan worden gevarieerd van 1 tot 10 mm. Het lichaamsdeel dat wordt onderzocht (bijvoorbeeld de buik) wordt op deze manier visueel in een aantal plakjes opgesneden (‘salamitechniek’).

CT is een snelle techniek om verschillende structuren in het lichaam met relatief groot contrast af te beelden. In de buik kunnen organen, zoals lever, milt, nieren en bloedvaten, goed worden afgebeeld. In de thorax kunnen kleine afwijkingen in de longen of in het mediastinum worden waargenomen; toont tumormassa (actieve tumor, maar ook ‘restbindweefsel’ na behandeling). PET-scan toont of een tumor glucose verbruikt en onderscheidt zo actief tumorweefsel en restweefsel. Gezwellen bij het hodgkinlymfoom zijn altijd met PET aantoonbaar als zij groter zijn dan 1 cm. Intrinsieke contrastverschillen in het CT-beeld kunnen worden verhoogd door extra contrast (bijv. jodiumtoediening), waarmee bloedvaten, urinewegen en darmen dan wel pathologische processen in parenchymateuze organen (hersenen, lever) kunnen worden aangekleurd. Bij mensen met een allergie voor röntgencontrastmiddelen is CT gecontra-indiceerd. Dit onderzoek is moeilijk uitvoerbaar bij mensen met claustrofobie. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))


Schema: Sociale kaart VN, Context: Onderzoek naar kanker
Overkoepelend: KNKR Medisch onderzoek




Referenties